17

Aäronsstege (v) - Zo werd voor WO II de  Kerkstraat wel genoemd, naar Aäron de Haas die daar een grote exportslachterij had: - vrogger hiet’n de Karkstroate deur dag en tied Aäronsstege, e’nuumt noar Aäron de Haas, de vader van Salomon en Meijer de Haas (3e Kl. 50 / Ak d’ogen 109) - die stroate of stege wörden ok wel de  Kalverstroatet e’ nuumt (idem) abrikoze (v) - abrikoos ach(t) geven op - idem acht(e) (telw.) - acht: - een ôons of achte / ach(t) kinder / acht huuze Voor de verbuiging (met of zonder -e):  zie telwoorden bij drieje ach(t)endärteg - achtendertig, enz. over acht dage - over een week(!) (3e Kl. 109) achter (voorz) - achter  vanachteren + achterdale mis grijpen, te laat komen, achter het net vissen  d’r achterdale schiêten = tekortkomen / mis-griepen (Raalte e.a.) ook d’r achterdale tasten / griepen = net ernaast of net te laat grijpen - Jans kwam der net achterdaal = Jan viste achter het net (Dijkh. 9 < B. Plecht, Losser) - der nie achter dale komen: kieken de’j nie achter ’t net vist < Drèentse taolwiezer - Wikipedia + achterdeure (v) - deur v.d. woonkeuken naar buiten in ouderwetse boerderijen (Schönf. 60: de grote deuren, toegang tot de deel, bevonden zich aan de weg) middendeure + achtereers - 1. achterstevoren (lett.: achter eerst) ≠ vD’99 2. achterwaarts (Dijkh. 9 e.a.) 3. eigenwijs, tegendraads - oh, den is aaltied zo achtereers! (Raalte)  plaagrijmpje: ik heb ow achtereers in t’ aaltengat e pleerd (3e Kl. 34) achtereers varen - meerijden op of in een wagen, achterstevoren zittend - ’t achterste veuren riên achterênde (o) - achtereind, achterste  stom + Achter de geuren - oorspr. naam v.d. huidige Tuinstraat, op verzoek v. bewoners helaas veranderd om evt. ongunstige associaties, maar historisch een verlies. In gemeentebesluit uit 1923 (betr. de reinigingsroute) heet de straat nog Achter de Goren (3e Kl. 112) etym lett.: achter de göarden = achter de gaarden / tuine  vgl. Hamsgoren) + achterhekke (v) - hek / -schot achterop een (hooi)wagen ≠ vD’99  iemand ’t achterhekke brengen = afzeggen, de verloving verbreken ≠ vD’99 - ik goa zoo gelieke noa Kate hen en breng her ’t achterhekke (Dijkh. 9 < uit Markies de Thouars van H. Doedens, Denekamp) achterhên bijw. - achterheen; syn. Achteran - d’r achterhên goan = onderzoeken  vD’99 ‘n Achterhoêk (m) - vrogger wörden de tegenwoordege Middenstroate, Gasthuusstroate en Varsenerstroate samen ‘n Achterhoek enuumd. (3e Kl. 1) NB: Wat nu Varsenerpoort heet, was ooit het begin van de Varsenerstraat, die halverwege a.d. noordkant nog een dwarssteeg had, in de volksmond wel  Jeruzalem genoemd. (Ak d’ogen 92) Zie ook het artikel van J. Brouwer in 3e Kl. 112, over de regeling voor het ophalen van mest, vuil en afval uit [1923]. Bij de te volgen route wordt de Varsenerstraat ‘Achterstraat’ genoemd. 20

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication