5

Vooraf Het is altijd weer een mooi en belangrijk moment als er een woordenboek verschijnt van een lokaal dialect, zoals nu het Ommense woordenboek van Gerrit Jan Martens. De dialecten staan in het Nederlandstalige gebied immers onder druk: ze veranderen onder invloed van het Standaardnederlands en ze passen zich over grotere gebieden aan elkaar aan, zodat er regiolecten ontstaan. Dat maakt het des te belangrijker dat dialectsprekers hun moedertaal opschrijven, zodat die wordt vastgelegd voor het nageslacht. Dialecten zijn namelijk belangrijk immaterieel, talig erfgoed en ze verdienen het om bewaard te blijven en te worden doorgegeven aan een volgende generatie: bij voorkeur via de moedertaal, maar nu dat steeds minder vaak gebeurt dan in ieder geval op schrift. De verschijning van dit woordenboek van het Ommens en omgeving is dus verheugend nieuws. De woordenschat van het Ommens, dat onderdeel is van het Overijsselse Sallands, was nog niet in een eigen woordenboek beschreven (er bestaat wel een klank- en vormbeschrijving van de hand van Philomène Bloemhoff-de Bruijn). Het woordenboek van Martens bestaat uit twee delen: een deel Sallands-Nederlands en een deel NederlandsSallands: de auteur beschouwt het Ommens namelijk als representatief voor het Sallands. Het deel Sallands-Nederlands omvat ongeveer 250 pagina’s met Ommense dialectwoorden, gevolgd door een grammaticale beschrijving, betekenisuitleg en vaak nadere toelichting. Het tweede deel bevat een woordenlijst Nederlands-Sallands van ongeveer 50 pagina’s, en is een handig hulpmiddel als ingang op het eerste gedeelte. Het Sallands-Nederlandse deel is heel systematisch opgezet: zo is met speciale tekens in de kantlijn consequent aangegeven of het woord wel of niet is opgenomen in de Van Dale, en of het een taalkundige bijzonderheid bevat die het Nederlands niet kent. Alle spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen zijn gemarkeerd met een grote asterisk in de kantlijn, zodat uitdrukkingen snel te vinden zijn. Het woordenboek is geen vertaalwoordenboek, geen woordenboek waarin een dialectwoord wordt verklaard door de Nederlandse tegenhanger, nee, het woordenboek is veel en veel rijker: het bevat allerlei bijzonderheden die in veel dialectwoordenboeken ontbreken. Zo worden er veel citaten gegeven, niet alleen uit de moderne tijd maar ook heel oude, zelfs uit de zestiende eeuw. Telkens is keurig de bron toegevoegd. Als voorbeeld kan dienen het trefwoord biêste (koeien), met als citaten: - honde die beeste beeten of ijageden (jaagden) in Dalmshout (Markeboek v Dalmsholte [1514]! / Steen & Veldsink 110) - accijns op ‘hoorne beeste’ [1689] (Steen & Veldsink 68) - ‘de peerde en de beeste op den mars gaande’ (keurboek Ommen [1700]) - zukke dinge köj gerust veur de bieste vertellen zonder dat ze bolleg wördt wbissing 6

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication