6

Ook wordt veel aandacht besteed aan de prachtige uitdrukkingen die het Ommense dialect rijk is, zoals ni’je bessems veegt schone, maar d’oalden kent de huukies; denken is zwoar, mar ’t kan völle problemen bespoaren; ik klede mij niet uut veur da’k noar berre goa (= ik geve de boel (de erfenis dus) niet weg veur mien dood); better iêne henne den leg, as tien die ligt of roet um de hakken hebb’n (drukte maken = zich aanstellen, opscheppen). Ik kan bijna niet stoppen met citeren… In het woordenboek wordt regelmatig cultuurhistorische achtergrondinformatie vermeld, bijvoorbeeld over de straatnaam Achter de geuren: ‘oorspr. naam v.d. huidige Tuinstraat, op verzoek v. bewoners helaas veranderd om evt. ongunstige associaties, maar historisch een verlies. In gemeentebesluit uit 1923 (betr. de reinigingsroute) heet de straat nog Achter de Goren (3e Kl. 112)’. De straatnaam wordt verklaard als: ‘lett.: achter de göarden = achter de gaarden / tuine’. Bovendien bevat het boek allerlei etymologische informatie, iets wat je maar zelden in een dialectwoordenboek tegenkomt. Twee voorbeelden zijn: + bleute (v) - omslag, hoes e.a. ≠ vD’99 - een bleute is hetzelfde as woar ze in ’t Nederlands ‘omslag’ tegen zegt (Curs. 31 e.a.) - ie wussen wat veur’n boek in de broene bleute zat (M. Rhee-Luttekes, 3e Kl. 104) etym Een boekomslag was vroeger van leer gemaakt (bleute = onthaarde huid v.e. schaap of een ander dier.) < WNT SV ploot. De specifieke bewerking heette ploten. + drieklazoer, -klesoer (m) - iem. die niet voor vol wordt aangezien (Curs. 21) etym Oorspr.: baksteen van 3/4 van gewone lengte ≠ vD’99: alleen letterlijke betek. klezoor [1716] (= metselsteen) < Frans closoir (= sluitsteen v.e. gewelf) Van dit Fr. zelfst.nw. is ook klooster (= slot, besloten gebouw) afgeleid. Tot slot bevat het woordenboek diverse malen een zogenaamd ‘excurs’, een uitwijding met extra informatie naar aanleiding van een bepaald trefwoord, bijvoorbeeld: at, ’t - een tussenvoegsel, gelijk aan het (loze) tussenvoegsel of in Ned. zinnen, vaak afgekort tot ’t: - hoe ’t ze now ‘n Zieser es ok Schammelte könt numm’n begriepe wi’j nog niet zo best (A. v.Elburg-Tusveld, 3e Kl. 1) - wiej bedoelt gien stried den ’t op ruzie uutlöp, maar een stried met liefde gebeurt (nl. veur de laandstale: Dieks, 3e Kl. 92) - Gediene den ‘t mie de brief van de IJsselcentrale leut lezen (Ak d’ogen 26) - ‘n braandkolk den ’t ’r ok niet meer is (A. v.Elburg-Tusveld, 3e Kl. 1) - of ’t now kwaamp van de weg den ’t zo slecht was (Ak d’ogen 27) In al deze citaten is het afgekort tot ’t. Het was dus in Ommen e.o. gangbaar. - dan schient veur oons die ’t vaak in ‘t donker rondgoat ... (H. Pool, Zunnestr. 61) 7

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication