18

Hoofdstuk 1 sprek bleek opnieuw hoe gemakkelijk Zieneke kon praten over seks en haar vaginisme. En niet alleen met mij, maar ook met haar vriend. Ze had, afgezien van haar vaginisme, veel plezier in seks. Toen we dieper ingingen op de mogelijke oorzaken van haar vaginisme, begon ze te huilen. Zieneke vertelde me dat ze zich een totale mislukkeling voelde. Zij was geen echte, normale vrouw. De vriendinnen van Zieneke deelden veel met elkaar over hun seksleven; Zieneke durfde hen zelf niets te vertellen. Ze was bang voor hun reacties. Zo ontstond een soort tweedeling in zichzelf: Zieneke was een geslaagde carrièrevrouw, maar iemand die – voor haar gevoel – faalde als vrouw, wanneer het ging om seks en intimiteit. Mijn eigen ervaring Toen ik zelf hoorde dat ik vaginisme had, durfde ik dit aan niemand te vertellen. Ik had het gevoel dat er iets raars met mij aan de hand was. Ik schaamde me erg. Wanneer vriendinnen gesprekken over seks voerden, probeerde ik met hen mee te praten. Intussen voelde ik me erg onzeker en alleen staan met dit rare probleem. Ik was anders dan zij, ik voelde me een mislukkeling op dat gebied. Pas toen ik wat ouder werd, durfde ik het aan om een goede vriendin te vertellen dat er echt niets in mijn vagina kon. Zij luisterde heel goed naar mij en steunde me. Tegelijkertijd gaf ze eerlijk aan dat ze niet goed begreep hoe dat mogelijk was. Gaandeweg nam ik de stap om meer vriendinnen in vertrouwen te nemen. Zij reageerden zoals die eerste vriendin: ze begrepen mijn probleem niet echt, maar reageerden altijd goed en steunden mij. Ze dachten met me mee en stimuleerden me om hulp te zoeken. Door hen voelde ik dat ik me niet hoefde te schamen: iedereen heeft soms problemen en mijn probleem was dat ik last van vaginisme had. 18

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication