22

1. Sinds wanneer ben je in Nederland? Tijdens een zakenreis in Oekraïne ontmoette mijn Nederlandse stiefvader mijn Oekraïense moeder. Ze werkte als tolk Engels/Russisch bij een internationaal bedrijf. Een jaar later, in 1997, zijn we naar Nederland gekomen. 2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom? Ik was 11 toen we naar Nederland kwamen en in Haarlem gingen wonen. Vanaf mijn veertiende heb ik allerlei baantjes gehad en er echt van alles aan gedaan om maar zoveel mogelijk ervaring op te doen in verschillende branches. Op mijn 18e ben ik rechten gaan studeren en al tijdens mijn eerste studiejaren ben ik mijn eerste onderneming begonnen: een bedrijf met exclusief beddengoed voor gerenommeerde hotels en winkels in Nederland en België. Daarnaast ging ik aan de slag als juriste bij verschillende incassobureaus. Inmiddels heb ik mijn eigen juristenkantoor The Legal Office: met een team juridische native speakers uit binnen- en buitenland, waar multinationals terecht kunnen voor het incasseren van openstaande vorderingen in OostEuropa. Daarnaast geven we workshops over het zakendoen met bedrijven in Oost-Europa en zetten we ons in voor goede doelen. Ik word veel gevraagd als jurylid bij verschillende pitchwedstrijden, als business coach voor het vak Minor Ondernemen bij de Haagse Hogeschool en als gastdocent. 3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden? Ik heb mij geen zorgen gemaakt over eventuele problemen die er op mijn pad zouden kunnen komen. Het ging meer om doen, doen, doen en mijn focus lag op hoe ik iedere dag weer kon verbeteren. Ik kan mij wel herinneren dat ik soms niet serieus werd genomen vanwege mijn leeftijd, waardoor ik geneigd was om te zeggen dat ik gewoon werknemer was in plaats van er voor uit te komen dat het mijn eigen bedrijf was. Rond mijn 25e heb ik dat voorgoed afgeleerd. Je moet trots zijn op wat je hebt bereikt en jezelf niet schamen voor je succes. 4. Wat zijn de verschillen tussen het ondernemen in Oekraïne en Nederland? Nederlanders willen alles altijd eerst even laten bezinken, in tegenstelling tot Oekraïners, die komen veel sneller in actie. De aanvraag die vandaag binnenkomt, wordt meestal dezelfde dag opgepakt. In Nederland duurt alles veel langer. Hier komt een aanvraag op een stapel terecht en is het maken van een afspraak pas na een of twee weken mogelijk. Zo heb ik “Dat is niet mogelijk” voor het eerst in Nederland gehoord. In Oekraïne is alles mogelijk: men stelt zich dienstbaar op. Ik vind Nederlanders veel minder behulpzaam en ze kunnen heel makkelijk ‘nee’ zeggen, maar misschien heeft dat wel te maken met het sociale vangnet. Ik ben 24/7 bereikbaar en heb er geen problemen mee om een zakelijke afspraak op zondagmiddag of ‘s avonds te maken. Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel, ik wil graag iedereen helpen, alles mogelijk maken en dat zo snel mogelijk. In Oekraïne is reputatie heel belangrijk: ze moeten altijd op je kunnen bouwen. Werken van 08.00 tot 22.00 is daar heel normaal. Kinderen worden streng opgevoed, met als doel sterk, zelfstandig en zelfverzekerd te worden. Wanneer je met jezelf afspreekt dat je veel en hard wilt werken, is dat prima; maar dan moet je wel iets doen dat je graag wilt, anders is het niet vol te houden. In Nederland is alles goed geregeld: er zijn regels en wetten waar men zich aan houdt en het systeem is rechtvaardig. Daarom kan ik mijn beroep hier goed uitoefenen en dat vind ik heel prettig. 5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen? Nederlanders zijn heel direct: nee is nee. Ze zijn ook kritisch, vooral als het om nieuwe dingen gaat. Er is niet voor niets het typisch Nederlandse gezegde: “Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.” Als je in Nederland je product op de markt hebt kunnen brengen, valt de rest van de wereld wel mee. Daarentegen zijn Nederlanders meer van de koopjes en de uitverkoop. Dat vind ik jammer, want het is zo plezierig om voor kwaliteit te gaan: zodat je weet dat het goed is en lang mee gaat. 22

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication