Natuurlijk wist ik dat ik zelf verantwoordelijk was voor mijn eigen geluk, maar ik durfde die verantwoordelijkheid niet meer op me te nemen. Dat vrolijke extraverte meisje van vroeger werd steeds introverter en bleef hangen in haar eigen zogenaamd veilige, maar in werkelijkheid knap neurotische en obsessieve comfortzone. De illusie van controle Zelfs toen ik compleet in mijn eetstoornis zat ‘opgesloten’, kreeg ik nog steeds te horen van mensen dat ik geluk had met mijn slanke figuur. ‘Jij kunt alles eten en jij komt toch nooit een gram aan,’ werd er dan gezegd. ‘Ze zouden eens moeten weten wat ik er allemaal voor doe,’ dacht ik dan bij mijzelf. Toen ik echt mager begon te worden, maakten die complimenten plaats voor bezorgde opmerkingen: ‘Goh, Isabelle, eet eens wat meer. Je bent wel erg mager, de laatste tijd.’ Die waarschuwingen legde ik naast mij neer. Ik overtuigde iedereen ervan dat zij zich geen zorgen hoefden te maken om mij. Ik vertelde dat ik tegenwoordig gewoon heel gezond at en veel sportte. Ik was net niet schrikbarend of zorgwekkend dun genoeg, zodat mensen mij ook geloofden. En ik dacht oprecht dat het meeviel. Ik wilde graag dun zijn, maar niet graatmager, omdat ik superslanke fotomodellen van wie je de botten kon tellen zelf ook niet mooi vond. Als ik nu naar foto’s uit die tijd kijk, zie ik pas dat ik intussen verdacht veel op zo’n magere bonenstaak was gaan lijken. De controle over mijn eetgedrag en gewicht gaf mij zogenaamd houvast. Ik gebruik hier bewust het woord ‘zogenaamd’. Ja, we kunnen controle uitoefenen op wat we wel en wat we niet in onze mond stoppen. Het is echter een illusie om te denken dat je op die manier eveneens controle houdt op andere vlakken in je leven, zoals op jouw emoties. Snak je naar voedsel en negeer je die honger of prop je jezelf juist helemaal vol? Ten diepste honger je naar begrip, liefde en erkenning voor wie je bent als mens. Isabelle 11 Stap 2: Negeer de nooduitgang
12 Online Touch Home