15

Léon Ripmeester Sneu-wolfje E r was eens een Sneu Wolfje dat liever een Rood Katje was geweest. Hij trok dan ook vaak stiekem grootmoeders kleding aan. Dan ging hij in een rood jurkje op oma’s bed liggen. Soms legde hij eerst een bolletje wol onder de matras waar hij dan op ging liggen, zodat hij zich kon verbeelden dat hij de Prinses op de Erwt was, wachtend op haar poezelige prins. Op een dag, toen Sneu-wolfje weer heimelijk aan het grasduinen was in grootmoeders kledingkast, vond hij naast de hem bekende rode mutsjes en jurkjes een paar rode dansschoentjes met hoge hakken. Sneu-wolfje kirde van plezier. Vlug trok hij zijn RoodKatje-outfit aan én gleden zijn keurig gemanicuurde wolvenklauwtjes in de schoentjes. Prompt kreeg hij de dringende behoefte om uitbundig te gaan dansen. Hij bouncete spontaan oma’s huis uit, het sprookjesbos in. Zo kwamen niet alleen de schoentjes, maar ook Sneu-wolfje zelf uit de kast. Wat voelde hij zich bevrijd! De meeste sprookjesbosbewoners waren aangenaam verrast toen ze Sneu-wolfje zo zagen en noemden dit ‘nu typisch een modern sprookje’. Echter, er leefden in het bos ook haatbaardkabouters, en die dachten daar héél anders over. Zij wensten de teksten van Grimm en Andersen namelijk naar de letter te lezen. Het openlijke verkleedgedrag van Sneu-wolfje bestempelden zij dan ook als ‘abject en infaam’. Een en ander baarde hun bijzonder veel haat. Zij gingen zo ver in hun haatbaardkloverijen dat enkelen van hen in de berm in hinderlaag gingen liggen, hun zwavelstokjes in de aanslag. Na enig wachten kwam Sneu-wolfje voorbij huppelen op zijn über-modieuze klik-klakhakjes. Hij neuriede I want to break free van Queen. Zonder pardon bliezen de haatbaardkabouters hem op: KABOEM! Daar zagen ze Sneu-wolfje de lucht in vliegen. Ze wreven in hun moordenaarshandjes van voldoening. Maar tot hun verbazing bleef hij gewoon doordansen! Steeds hoger en hoger trippelde Sneu-wolfje op zijn rode dansschoentjes. Hoger en hoger, richting de schapenwolken, tot ze hem niet meer konden zien. En daar danst hij nu nog steeds. Ergens tussen de Grote Beer en de Kleine Beer, in de Rode-Katjeshemel. 13

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication