KOFFIETIJD Ik was dus thee aan het leuten met de buuv. Ze was weer op een of ander dieet, dus ik deed maar mee. Zelf zweer ik bij koffie, daarom was de enige thee die ik had een opengescheurd zakje earl grey in de bestekla. Maar goed. Het werkte. Gewoon iets meer geklieder. We hadden het over de behaarde ruggen van onze mannen, toen ze opeens naar mijn lege kopje wees. Ze riep: ‘Ik zie een slang, het is een slang! Je bent vervloekt.’ Ik keek naar de donkere drek in mijn lege kopje, en het had er inderdaad wel iets van weg. Of toch meer van een hondendrol? Ik wist het niet. ‘Je moet oppassen’, zei ze. ‘Iets of iemand heeft het slecht met je voor.’ Haar ogen stonden ernstig. Het stond raar bij haar peroxideblonde haar. Die dag was ik toch wat meer op mijn hoede. Je weet maar nooit, toch? Onderweg naar de supermarkt vroeg een man in een regenjas of ik wist hoe laat het was. Ammehoela, geloof je het zelf? In de winkel nam een mevrouw ‘per ongeluk’ mijn karretje mee, en gleed ik bijna uit in een plas water bij de diepvriesafdeling. Die vakkenvuller leek gewoon teleurgesteld. Met een volle kar liep ik naar huis. Een eindje verderop stond een glazenwasser, hoog op een ladder, woest de ramen te wassen. Daar ging ik dus mooi niet onderdoor. Ik liep er met een boog omheen. En, wat denk je? Ik stapte in een drol. Een hondendrol. Geen thee meer voor mij. Dieet m’n reet. Ik hou het gewoon bij m’n koffie. Miriam Caspers
16 Online Touch Home