PECHDAG Ik dacht dat ik Antonius zag Met in zijn hand mijn boek. Maar toen ik weer keek was het maar Een oude spijkerbroek. Ik vroeg of hij me helpen wou. Het hielp niet, dus ik vloek. Ik dacht dat ik een vogel zag Die aankwam op een quad. Maar toen ik weer keek was het toch Die enge zwarte kat. ‘Jij was het!’ schreeuwde ik heel kwaad. ‘Door jou viel mijn patat!’ Ik dacht dat ik een toren zag Met bovenop een vlag. Maar toen ik beter keek was het Een ladder die ik zag. ‘Loop er omheen!’ riep ik meteen Maar ’t was een ongeluksdag. Helène Friebel
48 Online Touch Home