19

Stef Hinfelaar De put Langzaam word ik toegedekt door een witte deken die mij niet verwarmt. Ik ben koud, ik krimp van de kou. Tot in mijn binnenste ben ik bevroren. Het is zo stil in mij. Ik kan niet anders dan wachten, wachten op betere tijden. Langzaam suf ik weg en droom dat ik warm word door de zon en genoeg te drinken krijg. Water doorspoelt mij en al het vuil verdwijnt. Ik krijg een massage, mijn hoofd wordt geborsteld. Mijn schedel wordt gelicht en alles wat ik niet verwerken kan, wordt eruit gehaald. Ik zie ertegenop, maar opluchting overheerst. Dan functioneer ik weer optimaal. Vrolijk borrelt en bruist het water door mij heen… Ik word wakker van spelende kinderen. Met stokken prikken ze in de witte deken. Het kietelt een beetje. Dan hoor ik een bekend geluid. Modderig water druppelt naar binnen. Ik krijg het benauwd. Ik stik bijna. Is dit het einde? Nee, nog niet… Er kruipt iemand in mij. Ik raak volledig verstopt. Depressieve gevoelens maken zich van mij meester. Ik zie het niet meer zitten. Dan, plotseling, opent zich mijn afvoer en borrelend zoekt het modderige water zijn weg naar het ondergrondse waar ik de poort van ben. Met alle kracht die in mij is maak ik mij ervan los en een schreeuw van bevrijding komt uit mijn binnenste. Wat een opluchting! Hoe vaak heb ik dit nu al mee moeten maken? Ik hoop dat het nooit meer gebeurt.

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication