12

gint het beestje nog harder te hummen. Thoetmosis herkent nu ook het melodietje. Het is een vrolijk lenteliedje over een lotus en een badend nijlpaard. De mestkever is zo druk bezig met zijn geurige werkje, dat Thoetmosis hem eenvoudig kan besluipen. Snel grist hij de kever van de vlaai. De kever is zo groot, dat hij maar net in zijn hand past. Met een hoog piepend stemmetje schreeuwt voudig een souvenir te kunnen bemachtigen, ten koste van de plaatselijke fauna!’ Thoetmosis haalt zijn schouders op. ‘Welnee, ik vind je gewoon een mooie, grote mestkever.’ ‘Mestkever?!’ krijst het beestje. ‘Nee werkelijk, wat een belediging. Pardon dat ik het zeg, maar ik ben een scarabee. Dat is een toekomstig-Frans woord voor een heilige kever. het beestje: ‘Laat me los, jongeling! Jij bent welhaast zeker weer zo’n toerist die denkt een

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication