67

De brief ligt voor hen op tafel, maar ze worden geen steek wijzer. Eva speelt wat met het lampje en schijnt op de brief. Dan gebeurt er iets vreemds. .. Op het papier verschijnen langzaam twee gezichten. Hoe kan dat nou? Vol verbazing kijken ze elkaar aan. ‘Dat is Max, mijn buurjongen’, stottert Eva. ‘Ken je die andere jongen ook?’ fluistert Roos. ‘Nee – of toch wel! Hij werkt in de bibliotheek en hij woont een paar straten verderop.’ ‘Wat gek dat we die jongens ineens kunnen zien. Komt dat door het lampje?’ vraagt Roos zich af. Eva doet het lampje uit en de gezichten verdwijnen. ‘Doe nog eens aan Eef, dan kunnen we zien waar ze zijn.’ Zo gauw het lampje aangaat, verschijnen de jongens weer. Ze kunnen ze zelfs horen praten. ‘Hé Leo, ga je het aan je baas vertellen?’ horen ze Max vragen. ‘Hoe ben je erachter gekomen?’ ‘Ik was boeken aan het terugzetten, toen het me ineens opviel. Ik zeg voorlopig nog niets, ik ga eerst zelf op onderzoek uit.’ ‘Hoeveel boeken hebben het nu al?’

68 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication