40

V an origine is Mol geen dier dat het daglicht niet kan verdragen. In zijn jonge jaren trok Mol graag de wijde wereld in. Daarbij was geen berg hem te hoog. Zelfs de Vliedberg in Wemeldinge heeft Mol ooit bedwongen. Daar, op de duizelingwekkende hoogte van 10,8 meter, heeft hij zich vergaapt aan het uitzicht. Mols gezichtsvermogen was weliswaar beperkt, maar toch nog voldoende ontwikkeld om ruimte gewaar te worden. Mol ervoer op de top van de Vliedberg een geestverruimende leegte, die hem euforisch maakte. Daarna had hij wel hoofdpijn gekregen en zich misselijk gevoeld, alsof hij een kater had, maar hij weet dat aan vermoeidheid als gevolg van de bovendierlijke inspanning die hij had geleverd. Het zou helaas niet alleen de eerste maar ook de laatste keer zijn dat Mol die magische grens van 10 meter overschreed. Want toen hij een paar dagen later de Hege Wier in Menaldum wilde beklimmen, die toch aanzienlijk lager is en veel minder steil, haalde hij de top niet. Halverwege de bestijging al kreeg Mol de ene poot niet meer voor de andere. Het leek wel alsof hij dronken was. Van wat er daarna is gebeurd, kan Mol zich weinig meer herinneren. Toen hij weer bij zijn positieven kwam, bleek hij op een draagbaar te liggen. Een gedaante in een witte jas stak een lang verhaal af, waarvan maar één woord echt bleef hangen: hoogteziekte. Mol begreep direct dat dit geen goed nieuws was voor een bevlogen bergbeklimmer.

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication