D e okapi was het laatste dier dat door de schepper geschapen werd. Bijna was de okapi er helemaal niet geweest. Op de zesde dag om vijf voor twaalf had de schepper de hemel, de aarde, het licht en alles wat leeft geschapen. Toen hij voldaan om zich heen keek, zag hij dat het lijf van een edelhert met een te dikke nek en een mislukte kop van een giraf nog op zijn werktafel lagen. Ook lagen er van een zebra nog een paar voorpoten en een stuk achterlijf waar een paar achterpoten aan bungelden. Omdat de schepper van scheppen hield, hij zuinig van aard was en toch nog vijf minuten de tijd had voor hij zou gaan rusten, besloot hij nog één dier te maken. Ondanks dat hij weinig tijd had, werkte hij de naadjes zo goed af dat het dier uit één geheel leek te bestaan. Om het helemaal af te maken gaf hij het dier een glanzende fluwelen huid. De andere dieren vonden het dier mooi. Zo mooi, dat als ze het tegenkwamen op de vlakte waar in het begin alle dieren gebroederlijk samenleefden, ze met vochtige ogen alleen maar ooohhh konden stamelen. Met veel moeite kregen sommige dieren dan nog kapi over hun lippen, wat in de taal van de begintijd ‘schoonste onder alles wat leeft’ betekende. En zo kwam de okapi aan zijn naam. De okapi zelf vond zichzelf helemaal niet knap. Hij vergeleek de delen waaruit hij was opgebouwd in plaats van dat hij de som zag, zoals alle
81 Online Touch Home