92

D e kameel had enorm geboft. Ze had namelijk vooraan gestaan toen de bulten werden uitgedeeld. Niemand had van die grote exemplaren; ze toonde ze trots aan de andere dieren, die er jaloers naar keken. Oké, de dromedaris kwam een beetje in de buurt, maar dat was dan ook alles. Maar toen de temperatuur in de woestijn steeg en alsmaar hoger werd, werden haar pronkjuwelen haar tot last. Ze bungelden lusteloos en slap alsof ze wilden zeggen: ‘Het is hartstikke heet, wij gaan lekker liggen.’ Oei, daar had de kameel niet op gerekend: daar moest wat aan gedaan worden. Daarom ging ze naar een bultenhouderswinkel. De vrouw in die zaak deed zich heel serieus voor (al kon ze haar lachen bijna niet houden) maar wist al bij voorbaat wat de uitslag was: die twee bulten waren veel te groot, daar was geen bh voor te krijgen. En dat zei het personeel van andere lingeriewinkels ook: zulke maten waren er niet. Ontroostbaar ging de kameel naar huis. Dat was het einde van haar mooie beugelbulten. Ze zag ook wel in dat het zachte materiaal voor haar niet voorhanden was. Toen deed zich een voorval voor dat haar lusteloze leven voorgoed veranderde. Een vliegenier kwam vlak bij de kameel neer. Hij was zielsblij en hij zei: ‘Ik ga nooit meer een vliegtuig in en die parachute mag je houden.’

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication