17 december 2017 “Let dus goede op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven”. (Lucas 17:3-4) Velen van ons hebben moeite met vergeven. Een van de redenen hiervan is dat we onszelf niet schuldig achten. We zijn vaak verontwaardigd wanneer we schuldig worden gevonden of als schuldigen worden behandeld. Het probleem is dat velen van ons geen correct beeld hebben van zondes. We zijn het er eenvoudig over eens dat de dief, de dronkaard, de moordenaar, de overspelige persoon, enz. zondaren zijn en daarom begaan wij niet zelf deze zondes. Wij zijn van mening dat wij een waardig, respectvol en eervol leven leiden, en we geen risico lopen om geconfronteerd te worden met de gerechtigheid of gevangenheid. En hierom geloven wij dat zondes niets met ons te maken hebben. Laten we uitzoeken wat zonde is. Hetgeen wat we konden zijn of dienen te zijn in ons leven, maar niet zijn, is een zonde. Zijn we wel goede zoons of dochters voor onze ouders, zo goed we hadden kunnen zijn? Zijn we wel goede echtgenoten of echtgenotes voor onze partner, zo goed we hadden kunnen zijn? Zijn we wel goede werknemers of werkgevers, zo goed we hadden kunnen zijn? Wanneer wij beginnen te begrijpen dat een zonde het onvermogen is om ons doel te bereiken, wordt hetgeen zelf een onvermogen dat we zouden en hadden kunnen zijn. En het wordt daarbij duidelijk dat ieder van ons een zondaar is. Het is ook een zonde, bijvoorbeeld wanneer de grens van het goede en het kwade wordt overschreden. Is het waar dat wij altijd aan de zijde staan van de eer en niet van de oneer? Is het zo dat er niks in ons leven is dat ten onrechte is gepleegd? Is het waar dat wij altijd aan de zijde van de waarheid staan die zich scheidt van de leugen? Is het waar dat we nooit ontkennen, de waarheid niet 12
13 Online Touch Home