26Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? 27Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van Zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal Hij iedereen naar zijn daden belonen. 28Ik verzeker jullie: sommige van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon en zijn Koninklijke Heerschappij hebben meegemaakt.’ Een stem uit de hemel 17 1Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met Zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. 2Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn gezicht straalde 3Plotseling als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. 4Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’ 5Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind ik vreugde. Luister naar Hem!’ 6Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. 7Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’ 8Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. 9Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’ 10De leerlingen vroegen hem: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden toch dat Elia eerst moet komen?’ 11Hij antwoordde: ‘Elia zou inderdaad komen en alles herstellen. 12Maar Ik zeg jullie dat Elia al gekomen is, ze hebben hem alleen niet herkend, en ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.’ 13Toen begrepen de leerlingen dat hij op Johannes de Doper doelde. 19
20 Online Touch Home