12

Herwikkeltesten Voor het uitvoeren van herwikkeltesten is in overleg met de Evonik en Motoren François een 90 kW VEM inductiemotor aangekocht. Met het oog op de bedrijfszekerheid is besloten de herwikkelde motor niet te integreren in de productie-installatie van Evonik, maar onder laboratoriumomstandigheden te testen, echter wel met realistische belastingsprofielen. Stockman daarover: “Concreet hebben we bij Evonik een aandrijving genomen die slechts 30% van het nominale vermogen diende te leveren. We werkten daarbij met een door een tweepolige IE3 inductiemotor aangedreven compressor. Er zijn in deze fase twee reeksen metingen verricht: metingen met een netgekoppelde motor en metingen met een snelheidsgeregelde motor (zie kader). Daarnaast is de herwikkeling van de 90 kW VEM inductiemotor op basis van de uitkomsten van de herwikkelsoftware Bobisoft en met behulp van de beschikbare expertise binnen Motoren François aan een nadere analyse onderworpen. De gemeten rendementsverbetering bedraagt 1,6%, en overstijgt daarmee de gesimuleerde waarde. Dit bevestigt het besparingspotentieel dat als uitgangspunt van de meetcampagne werd opgesteld. Noodzakelijkerwijs is een aantal testen herhaald om theorie en praktijk met elkaar in overeenstemming te brengen.” Technisch-economische analyse Aan de hand van die bevindingen is gestart met een technisch-economische analyse van een viertal opties: het klassieke onderhoud van een bestaande motor (optie 1), vervanging van de bestaande motor door een motor behorend tot een hogere efficiëntieklasse met eenzelfde vermogen (optie 2), vervanging van de bestaande motor door een motor met een verlaagd vermogen in de wetenschap dat die motor overgedimensioneerd is (optie 3) en het herwikkelen van de originele motor (optie 4). Teneinde te komen tot een snelle analyse van de mogelijke energiebesparingen is gebruik gemaakt van de Motor Systems Tool (zie kader). “Optie 1 is de state of use: de motor wordt weliswaar met enige regelmaat onderhouden, echter zonder dat men zich daarbij afvraagt of er een besparingspotentieel is. Bij een defect ontbreekt het vaak aan tijd om over eventuele alternatieven na te denken: de productie moet immers zo snel mogelijk weer worden opgestart. Optie 2 lijkt een logische optie, maar vaak weet men niet of, en zo ja, in welke mate de machine overgedimensioneerd is. Wij tonen aan dat de energiewinsten marginaal zijn, terwijl de aankoop duurder uitvalt. Optie 3 is energetisch gezien interessant, maar de noodzakelijk geworden aanpassing van de motorstoel maken de payback-kosten feitelijk onaanvaardbaar. Optie 4 tenslotte maakt het mogelijk binnen de originele behuizing een kleiner vermogen te realiseren, maar wel met een hoger rendement”, aldus Stockman. Controls

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication