5

5 ‘JE MOET BLIND OP ELKAAR KUNNEN VERTROUWEN’ De één ging zestig jaar geleden als dienstplichtig soldaat naar Nieuw-Guinea, de ander was als beroepsmilitair in 2007 en 2008 actief in Afghanistan. Arie Langenberg (78) uit Lopik en Sjors (35) uit Cabauw gingen op missie om de vrede te bewaren. Over de betekenis van de term ‘vrijheid’ hoef je beide oorlogsveteranen dus niets te vertellen. Sjors was scherpschutter bij de Luchtmobiele Brigade en gelegerd in de provincie Uruzgan. “Een wederopbouwmissie”, zegt hij. “Om dat voor elkaar te krijgen moesten we de situatie herstellen. Veiligheid was geboden, anders kon de bevolking niet aan de slag.” De toen 22-jarige jongeling was getraind om op pad te gaan met zijn maten. “Een half jaar lang werden we mentaal en fysiek gekneed voor patrouilles in een bergachtig woestijngebied onder hoge temperaturen. Daar keek ik naar uit. Je kunt het vergelijken met een voetballer die weken traint om eens een echte wedstrijd te mogen spelen. Je wilt een keer aan de bak.” Voor Sjors was een baan in het leger een roeping. “Ik had als 11-jarige al een brief geschreven naar de Koninklijke Landmacht, maar ze vonden me nog iets te jong. Na de middelbare school is het alsnog gelukt om me aan te melden en later als beroeps militair te worden uitgezonden. Ik bleek een prima schutter ‘op de lange afstand’ en kreeg een aanvullende opleiding voor dit specialisme. Ik leerde omgaan met diverse wapens.” Onder grote druk De belangrijkste les was evenwel het nauw samenwerken met collega’s, dat als kameraadschap wordt omschreven. “In gevechtssituaties moet je blind kunnen vertrouwen op de ander en hij op mij. Daar hoefde je je geen zorgen over te maken. Je had alle aandacht nodig om de vijand te ontdekken en niet verrast te worden. Die alertheid houd je best een tijdje bij je. Je staat immers onder grote druk. Die spanning moet je kwijt. Daarom is het wennen als je na thuiskomst langs een berm in Cabauw loopt. Gelukkig wordt daar tijdens de opleiding en na uitzenloodzwaar bren-geweer en diverse potten en pannen. Een verhuisdoos op soldatenkisten. Wie daarvoor niet zelfstandig kon handelen, leerde dat in enkele dagen.” Nauwelijks voorbereid Het was er vreselijk klam en benauwd. Arie: “Ik zweette van onder tot boven. Je had een stukkie zeep, dat door iedereen als een klomp goud bewaard werd. Zo kon je jezelf tenminste nog enigszins respecteren. We waren nauwelijks voorbereid op de tropen. Een korte cursus, daar moest je het mee doen in een gebied met gidsen, koppensnellers, bloedmooie meisjes waar je pertinent vanaf moest blijven, en infiltranten van het Indonesische leger. Met parachutisten en oproerstokers probeerde Soekarno ons te verdrijven. Dat werd door ons beantwoord met gevechtsacties waarbij voortdurend doden vielen.” ‘Je moet je verhaal kwijt, anders krijgt het verleden de overhand’ ding via geestelijke opvang veel zorg aan besteed. Ik ben twee keer ruim vier maanden naar Afghanistan geweest en die vredesmissies hebben me bagage voor het leven gegeven. Inmiddels ben ik na een studie Integrale Veiligheidskunde als burger werkzaam bij het Ministerie van Defensie. Een stabiele toekomst is ook wat waard.” Arie Langenberg was korporaal bij de Echocompagnie van het 6e infanteriebataljon van de Koninklijke Landmacht en diende van juni 1961 tot november 1962 in Nederlands Nieuw-Guinea. De dienstplichtig militair behoorde tot de troepenmacht, die een Indonesische inval moest voorkomen. “Nergens ben je zo toegewezen op jezelf als in de jungle. Alles moest je zelf doen. Je sjouwde je een breuk met je uitrusting, een Tamtam Arie Langenberg heeft die beelden nog steeds op zijn netvlies en komt er niet meer van af. Na zijn pensionering kreeg hij te maken met PTSS, het posttraumatisch stress syndroom. “Als ik wakker werd, was mijn hele matras zeiknat. Alles kwam er uit. Onverwerkt verleden, dat ik meer in balans heb kunnen brengen door over die oorlog op scholen te vertellen. Dan neem ik peniskokers mee en laat ik de kinderen de tamtam horen. ‘De mobiele telefoon van het oerwoud’, zeg ik dan en dan zie je ze lachen. Dat gebeurt ook met die peniskokers, die de leden van de stam droegen om hun geslachtsdeel te beschermen. Ik ben officieel ‘veteraan voor de klas’ en doe dat met veel plezier. Het geeft afleiding en is een welkome uitlaatklep. Je moet je verhaal kwijt, anders krijgt het verleden de overhand.” TEKST: PIETER VAN DER LAAN FOTO: STEPHAN TELLIER

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication