14

Periodelevensverwachting bij geboorte mannen 60 65 70 75 80 85 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 België Denemarken Frankrijk Nederland Zweden Ierland Noorwegen Zwitserland Duitsland IJsland Oostenrijk Finland Luxemburg Verenigd Koninkrijk Grafiek 6.1 Convergentie van periodelevensverwachting van een aantal Europese landen, 0-jarige mannen Periodelevensverwachting bij geboorte vrouwen 65 70 75 80 85 90 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 België Denemarken Frankrijk Nederland Zweden Ierland Noorwegen Zwitserland Duitsland IJsland Oostenrijk Finland Luxemburg Verenigd Koninkrijk Grafiek 6.2 Convergentie van periodelevensverwachting van een aantal Europese landen, 0-jarige vrouwen Ten opzichte van de Prognosetafel AG2016 is twee jaar aan extra data aan de dataset toegevoegd. Voor Nederland zijn dat de sterftekansen over de jaren 2016 en 2017. Deze waargenomen sterftekansen in Nederland worden in grafieken 6.3 en 6.4 vergeleken met de destijds verwachte sterftekansen op basis van de Prognosetafel AG2016. De horizontale lijn op niveau 1 geeft de verwachting van het AG weer op basis van de Prognosetafel AG2016. Wanneer sprake is van meer overlijdensgevallen dan verwacht, dan liggen de gerealiseerde waarden boven deze lijn. Is sprake van minder sterfte dan liggen de sterftekansen onder deze lijn. De staafdiagrammen geven de daadwerkelijke aantallen sterftegevallen per leeftijd weer voor de jaren 2016 en 2017. Omdat de aantallen overlijdensgevallen lager zijn voor de lagere leeftijden, zien we daar meer volatiliteit in de uitkomsten. Prognosetafel AG2018 Sterftedata en modelaannames 13

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication