25

8.3 Toekomstige cohortlevensverwachting De Prognosetafel AG2018 biedt de mogelijkheid toekomstige levensverwachtingen te berekenen. In tabel 8.4 worden toekomstige cohortlevensverwachtingen voor de startjaren 2019, 2044 en 2069 weergegeven. Startjaar 2019 2044 2069 Mannen 90,0 92,3 94,0 Bij geboorte Vrouwen 92,5 94,6 96,1 Verschil 2,5 2,3 2,1 Mannen 20,3 23,2 25,6 Op leeftijd 65 Vrouwen 23,1 25,8 28,0 Tabel 8.4 Toekomstige cohortlevensverwachtingen op basis van AG2018 Uit de hiervoor vermelde cijfers blijkt nogmaals dat het model impliceert dat de levensverwachting voor mannen en vrouwen zal blijven stijgen, voor de mannen iets sneller dan voor de vrouwen. Hierdoor daalt het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen. 8.4 Prognose in perspectief In grafiek 8.2 worden de ontwikkelingen van de periodelevensverwachting bij geboorte voor AG2016, AG2018 en CBS2017-2060 tegen elkaar afgezet. Zichtbaar is dat de trend van de AG2018-prognose voor Nederlandse vrouwen convergeert naar de trend voor vrouwen in de prognose voor de geselecteerde West-Europese landen en dat de prognose neerwaarts is bijgesteld ten opzichte van AG2016. De AG2018-prognose voor mannen laat een vergelijkbare beweging zien ten opzichte van AG2016; de trend ligt dicht bij de trend van de West-Europese landen, waardoor het verschil in levensverwachting door de tijd redelijk constant blijft. Voor mannen is in de prognose CBS2017-2060 vrijwel dezelfde ontwikkeling van de levensverwachting te zien als bij AG2018. De levensverwachting in 2050 op basis van CBS2017-2060, ligt voor vrouwen iets hoger dan bij AG2018 en voor mannen iets lager. 90 Verschil 2,8 2,6 2,4 85 Vrouwen Nederland 80 Mannen 75 2000 2010 2020 2030 2040 2050 Grafiek 8.2 Ontwikkeling periodelevensverwachting bij geboorte Europese selectie AG2018 NED AG2018 Europa CBS-2017 AG2016 Prognosetafel AG2018 Uitkomsten 24

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication