35

De grafiek laat zien dat de betrouwbaarheidsintervallen aanzienlijk smaller zijn voor een 1-jaars horizon, vergeleken met die voor de gehele uitloop (zie grafiek 9.1). De reden hiervoor is dat voor de 1-jaars horizon alleen de onzekerheid van het 1e prognosejaar wordt meegenomen (inclusief de impact van dit 1e jaar op de parameters), terwijl in grafiek 9.1 de onzekerheid voor de gehele uitloop van de verplichtingen wordt weergegeven. De onderstaande grafiek toont de onzekerheid in de cohortlevensverwachting van Nederlandse mannen en vrouwen in 2018, wederom voor een horizon van 1 jaar. Levensverwachting Nederlander 2018 105 100 95% betrouwbaarheidsinterval Mannen Vrouwen 95 90 85 80 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Huidige leeftijd Grafiek 9.5 Betrouwbaarheidsinterval rondom de best estimate van de cohortlevensverwachting voor Nederlandse mannen en vrouwen in 2018, 1-jaars horizon Ook hieruit blijkt dat de betrouwbaarheidsintervallen aanzienlijk smaller zijn voor een 1-jaars horizon, vergeleken met die voor de gehele uitloop (zie grafiek 9.2). Prognosetafel AG2018 Toepassingen van het model 34 Levensverwachting

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication