39

4.1 Definities van levensverwachting Een klassieke definitie van levensverwachting is de zogenaamde periodelevensverwachting. Deze periodelevensverwachting is gebaseerd op de sterftekansen in een bepaalde periode, bijvoorbeeld één kalenderjaar, en gaat ervan uit dat sterftekansen in de toekomst gelijk blijven. Deze definitie wordt vaak gebruikt om ontwikkelingen in de tijd te kunnen vergelijken, maar kan niet worden gebruikt om in te schatten hoe lang mensen naar verwachting nog leven. Daarnaast is er een tweede definitie, de cohortlevensverwachting, deze houdt wel rekening met verwachte sterfteontwikkelingen. Wanneer de cohortlevensverwachting bij geboorte wordt berekend, zijn de sterftekansen nodig van een nu 0-jarige, een over 1 jaar 1-jarige, een over 2 jaar 2-jarige en zo verder. Bij de cohortlevensverwachting gebruik je voor de sterftekansen die je over 1 en 2 jaar nodig hebt, de sterftekansen die respectievelijk over 1 en 2 jaar geprognosticeerd worden. De cohortlevensverwachting is dus gebaseerd op de verwachte ontwikkelingen van de sterftekansen. Voor het vaststellen van de cohortlevensverwachting is daarom een projectie van sterftekansen nodig. De cohortlevensverwachting is bij een verwachte daling van de sterftekansen dus hoger dan de periodelevensverwachting en geeft aan hoe oud mensen kunnen worden, als rekening wordt gehouden met toekomstige sterfteontwikkelingen. 4.2 Waarnemingen ten opzichte van AG2022 De tabellen 4.1 en 4.2 geven de AG2020- en AG2022-prognose van de periodelevensverwachtingen voor de jaren 2019 tot en met 2025 weer en laten voor de jaren 2019, 2020 en 2021 zien hoe deze zich verhouden tot de gerealiseerde levensverwachtingen voor die jaren. Hiervoor wordt steeds gebruik gemaakt van de periodelevensverwachting, omdat daarmee vergelijkingen kunnen worden gemaakt tussen de levensverwachtingen in een specifiek waarnemingsjaar. Mannen Realisatie 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 80,5 79,7 79,7 AG2020 80,4 80,5 80,7 80,8 80,9 81,1 81,2 AG2022 80,4 79,9 80,0 80,5 80,8 81,0 81,2 Tabel 4.1 – Periodelevensverwachting bij geboorte Realisatie 83,6 83,1 83,0 Vrouwen AG2020 83,6 83,7 83,8 83,9 84,1 84,2 84,3 AG2022 83,6 83,0 83,1 83,6 83,9 84,2 84,3 pagina 39 / 80 Prognosetafel AG2022 | Gevolgen voor levensverwachting, voorziening, premie en AOW-leeftijd

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication