12

Dat de nieuwe werkwijze voor de vaststelling van de aanvangsdatum van de bijzondere aanslagtermijn slechts in de memorie van toelichting wordt vermeld, is hoogst opmerkelijk. Niet alleen krijgt de fiscus de mogelijkheid om het momentum van de aanvang van de bijzondere aanslagtermijn zelf te bepalen; daarenboven wordt deze wijziging niet eens via de wet geregeld. Volgens de wetgever zou een “interpretatie” van de (beperkt gewijzigde) wet in de memorie van toelichting blijkbaar volstaan om die wet te wijzigen! Deze interpretatie gaat o.i. regelrecht in tegen een letterlijke lezing alsook de systematiek van artikel 358 WIB92, dat beperkend geïnterpreteerd dient te worden. De bijzondere aanslagtermijnen van artikel 358 WIB92 vormen namelijk een uitzondering op de gewone en buitengewone aanslagtermijnen. Wanneer de normale aanslagtermijnen reeds verstreken zijn, is het op basis van dit artikel toch nog mogelijk om een aanslag te vestigen. Als uitzonderingsbepaling dient artikel 358 WIB92 dus restrictief te worden geïnterpreteerd. De “Grote Van Dale” omschrijft het begrip “vaststellen” als “constateren; als feit waarnemen”. Men dient dan ook het ogenblik waarop de fiscus de inbreuk daadwerkelijk vaststelt, als feit waarneemt of m.a.w. constateert dat er een inbreuk is, in ogenschouw te nemen. Dit is de logica zelve van artikel 358 WIB92, zoals bevestigd door de vaste rechtspraak. Dit kan logischerwijze onmogelijk hetzelfde moment zijn als het moment waarop de fiscus een eerste schriftelijke communicatie aan de belastingplichtige richt, tenzij in de uiterst onwaarschijnlijke hypothese dat de fiscus op dezelfde dag als de eigenlijke vaststelling stante pede een vraag om inlichtingen of een bericht van wijziging verstuurt met betrekking tot de vastgestelde inbreuk. Het moment van vaststelling is namelijk het moment waarop de fiscus de informatie verkreeg, ook al werd de belastingplichtige daar nog niet van ingelicht. Conclusie: het wapenarsenaal van de fiscus groeit verder Het staat buiten kijf dat deze nieuwe “interpretatie” voor nieuwe betwistingen zal zorgen bij fiscale controles i.v.m. roerende voorheffing of bedrijfsvoorheffing. Volgens de wetgever zou de fiscus middels deze nieuwe “interpretatie” immers de mogelijkheid hebben om het momentum van de aanvang van de bijzondere aanslagtermijn zelf te bepalen. Wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat deze nieuwe praktijk misbruik van de fiscus in de hand zal werken. Auteurs: Vincent Vercauteren - Christophe Dillen Tayfun Anil - Maxim Vermeiren Tiberghien advocaten [1] Wet van 20 november 2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, BS 30 november 2022. [2] Fraude en Internationale (eigen) wetgeving te complex voor fiscus, dus 10 jaar nodig om te onderzoeken en te taxeren, Internationaal actief? Fiscus krijgt 10 jaar, zonder meer!, Iedereen voortaan verdacht van fiscale fraude? Harmonisatie van de fraudetermijnen inzake inkomstenbelastingen en btw: een geslaagd opzet? [3] Parl. St. Kamer 55-2899/001. [4] A. TIBERGHIEN, Handboek voor Fiscaal Recht 2022-2023, Mechelen, Kluwer, 2022, 1227; Gent 22 april 1999, FJF n° 99/142. [5] Antwerpen, 9 september 1991, FJF, No. 91/226; Brussel 3 oktober 1996, FJF, No. 96/269; Antwerpen 3 december 1996, FJF, No. 97/137; Brussel 11 december 1998, FJF, No. 2000/18; Antwerpen 11 april 2000, FJF, No. 2001/109; Antwerpen 27 mei 2003, 1995/FR/429 en Fisc.Koer. 2003/548. [6] Antwerpen 11 april 2000, FJF, No. 2001/109; Antwerpen 27 mei 2003, 1995/FR/429 en Fisc.Koer. 2003/548. [7] Zo is voortaan vereist “dat de verschuldigde roerende voorheffing of bedrijfsvoorheffing niet, laattijdig, onvolledig of onjuist is aangegeven” in plaats van “dat die belastingplichtige de bepalingen van dit Wetboek of van ter uitvoering ervan genomen besluiten inzake roerende voorheffing of bedrijfsvoorheffing heeft overtreden” en kan de (aanvullende) belasting voortaan worden gevestigd binnen twaalf maanden te rekenen vanaf de datum “van de in § 1, 1°, bedoelde vaststelling” in plaats van de datum “waarop de in § 1, 1°, bedoelde inbreuk werd vastgesteld”. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 03.2023 - Pag. 12

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication