13

S edert de belasnghervorming van de vennootschapsbelasng in 2017 kunnen verliezen niet langer verrekend worden op het gedeelte van het belastbaar resultaat dat het voorwerp uitmaakt van een bericht van wijziging of een aanslag van ambtswege waarvoor een belasngverhoging van 10% of meer effecef wordt toegepast (arkel 207, 7 de lid WIB92, thans arkel 206/3, § 1, laatste lid WIB92). Dit arekverbod is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 voor de boekjaren die ten vroegste aanvangen op 1 januari 2018. Deze regel geldt ook voor de andere arekken voorzien in arkel 207, 7 de lid WIB92 waaronder de dbi-arek, de octrooiarek, de innovaearek, de investeringsarek, de arek van de groepsbijdrage bij fiscale consolidae, de arek van risicokapitaal en de noonele interestarek. Zoals reeds in eerdere arkels toegelicht liet de fiscale prakjk heel wat pijnpunten blijken bij de concrete toepassingsvoorwaarden van dit arekverbod. Vooral de drempelvoorwaarde van de 10% belasngverhoging bleek parten te spelen. Laajdige aangie en belasngverhogingen tot 16 juli 2017 Een eerste probleem stelde zich doordat in arkel 444, 1ste lid WIB92 enkel een belasngverhoging werd voorzien ingeval van niet-aangie, onvolledige of onjuiste aangie. De vraag rees of een belasngverhoging ook kon worden toegepast ingeval van een laajdige aangie. De Nederlandstalige kamer van het Hof van Cassae was in zijn arrest van 15 maart 2018 alvast de mening toegedaan dat op basis van de toenmalige weekst er geen belasngverhoging kon worden toegepast bij een laajdige aangie. De Franstalige kamer bij het Hof van Cassae hee er vreemd genoeg nadien een andere mening op nagehouden bij zijn arrest van 3 december 2021. Wat er ook van zij, de wetgever hee ingegrepen bij wet van 30 juni 2017 en sedertdien voorziet arkel 444 WIB92 dat een belasngverhoging eveneens bij een laajdige aangie kan toegepast worden. Deze wetswijziging is in werking getreden op 17 juli 2017. Laajdige aangie en belasngverhogingen van 17 juli 2017 tot 9 juli 2021 Een tweede probleem stelde zich doordat hetzelfde arkel 444, eerste lid WIB92 in zijn laatste zinsnede voorzag dat de belasngverhoging wordt toegepast volgens een schaal waarvan de trappen bij koninklijk besluit worden vastgesteld en gaande van 10% tot 200% van de belasngen, verschuldigd op het niet-aangegeven inkomstengedeelte. Deze weekst maakte dat enkel een schaal van belasngverhoging kon worden vastgelegd bij koninklijk besluit ingeval van niet-aangegeven inkomsten en niet ingeval van laajdige aangien. Ook hier hee de wetgever ingegrepen en bij wet van 27 juni 2021 voorzien dat ook de verschuldigde belasng op het laajdig aangegeven inkomstengedeelte het voorwerp kan uitmaken van een belasngverhoging bij Koninklijk Besluit vastgelegd. Deze wetswijziging is in werking getreden op 10 juli 2021. NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 03.2023 - Pag. 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication