21

het bedrag van de auteursrechtenvergoedingen niet hoger mag zijn dan 50% van de totale vergoeding (vergoeding prestaes en de auteursrechtenvergoeding). Die 50% geldt voor 2023, dit wordt 40% voor 2024 en 30% voor 2025. Dergelijke beperkingen waren voorheen reeds merkbaar in de rulingprakjk; deze zijn thans ingeschreven in de wet. Bijkomend wordt nu ook rekening gehouden met de jaren voordien: werden in de 4 vorige belastbare jdperken auteursrechten genoten, waarvan het gemiddeld bedrag hoger is dan het (te indexeren) bedrag van € 37.500,00, dan worden de auteursrechten voor het lopende jaar in de nieuwe regeling niet langer weelijk vermoed roerende inkomsten te zijn. De onderliggende reden hiervan is dat het inkomen desgevallend niet langer het karakter hee van de door de wetgever beoogde onregelmage of wisselvallige inkomsten. Overgangsperiode voor inkomsten 2023 Voor werken die tot en met aanslagjaar 2023 in aanmerking kwamen voor de toepassing van het fiscaal gunstregime, doch die voor het aanslagjaar 2024 buiten het toepassingsgebied zouden vallen, geldt een overgangsperiode, weliswaar een beperkte, van één jaar (inkomstenjaar 2023, aanslagjaar 2024). Voor dat overgangsjaar kan toepassing worden gemaakt van het regime, zij het dat de grensbedragen worden gehalveerd. Quid lopende rulings? Rulings zijn op grond van de rulingwet van 2002 bindend voor de administraes, behalve ingeval van wijziging van het interne recht die van toepassing zijn op de door de voorafgaande beslissing beoogde situae of verrichng. Concreet: afgeleverde rulings komen te vervallen; er kan een nieuwe rulingaanvraag worden ingediend op grond van het vernieuwde wetgevend kader. De nieuwe fiscale regels voor de toepassing van het gunstregime voor inkomsten uit auteursrechten is een feit en is in werking getreden voor inkomsten vanaf 2023, zij het met een overgangsregeling voor één jaar. De wet bevat een aantal bijkomende voorwaarden ten opzichte van de oorspronkelijke wetgeving. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat in vele beroepsgroepen en voor diverse creaeve werken het systeem toepassing kan blijven vinden, denken we aan IT’ers, architecten, enz. Voor zover sectoren zouden worden uitgesloten zal onder meer de vraag rijzen naar de toets aan het grondweelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel. Wordt dus vervolgd. Auteurs : Dries Verhaegheen Jan Sandra Imposto advocaten NIEUWSBRIEF KVABB - Nr. 04.2023 - Pag. 21

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication