© Ronald van Wijk © Ronald van Wijk Speerpunt 3: Actieplannen voor vijf selecte gebieden Voor vijf gebieden willen we op korte termijn integrale actieplannen opstellen en uitvoeren voor biodiversiteitsherstel. Daarin worden bij voorkeur de inzet voor natuurgebieden en die voor landbouwgebieden gecombineerd tot een integrale gebiedsaanpak. We hebben water gekozen als leidend principe bij de gebiedskeuze: drie gebieden op de grens van water en land, twee waterrijke veenweidegebieden. In een notendop (zie § 8 voor een nadere toelichting): 1. De drie Noord-Hollandse kusten bieden bij uitstek kansen voor biodiversiteitsherstel door overgangen van water naar land en van zout naar zoet, in diverse landschapstypen: • van Waddenzee naar IJsselmeer moeten vissen weer succesvol kunnen migreren; • langs de IJssel- en Markermeerdijken komen betere kansen voor vissen en waterplanten door ‘zachtere’ overgangen tussen water en land; • langs de kust komt een nieuw strandreservaat, in de Binnenduinrand streven we naar het vrijwaren van het resterende open gebied van bebouwing en verkennen we de mogelijkheden voor natuur in de bollenteelt. 2. In de veenweidegebieden biedt de grote waterrijkdom belangrijke kansen voor biodiversiteitsherstel: • in Waterland gaan we aan de slag met de onderdelen van het initiatief Amsterdam Wetlands waarover consensus bestaat met de landbouw; • in de Vechtstreek werken we aan ‘zachtere’ grenzen tussen natuur en landbouw door versterking van de biodiversiteit op zowel natuurland als de omringende landbouwgrond. 15
16 Online Touch Home