Hoofdstuk 2 I Resultaten Weidevogelbescherming Kijken we naar de koudste april-mei combinaties, dan was deze periode de op drie na koudste sinds 1901. Weidevogels die hun eerste legsel verloren zagen gaan door predatie of andere oorzaken, konden door deze weersomstandig heden vaker vervolglegsels produceren. Dit zorgde ervoor dat in juni op veel plaatsen met name nog grutto’s en tureluurs met hun kuikens rondliepen. Op relatief grote schaal heeft toen uitstel van maaien plaatsgevonden, soms tot begin juli. Daarbij werkte het weer na half juni ook niet mee voor boeren en voor sommige late legsels. Op 18 juni trok er een onweersstoring over Noord-Holland met een zondvloed aan regen die late nesten deed weg spoelen. Het (gras)land was op veel plekken vrijwel onbewerkbaar, waardoor maaien noodgedwongen werd uitgesteld zodat de late kuikens een grotere kans hadden om vliegvlug te worden. 12 2.3 Eerste eieren van het seizoen Het eerste kievitsei in Nederland werd op 5 maart gevonden in Utrecht. Weidevogelbeschermer Cees Dijker vond op 8 maart het eerste ei van onze provincie op Texel. Opmerkelijk, aangezien het daar altijd een stuk kouder is. Het nest lag op een vogelgraanstoppel in polder Eendracht. In het agrarisch natuurbeheer is dit een maatregel om vogels meer voedsel en beschutting te geven in de winter. Vrijwilligerscoördinator Willem Overweg vond op 24 maart het eerste scholeksternest van Nederland in polder Oterleek. Het bevatte zelfs al twee eitjes. Al eerder vond hij het eerste ei van deze soort en het gaat hoogstwaarschijnlijk om hetzelfde broedpaar. Het zijn vaak dezelfde paartjes die succesvol zijn en de eerste eieren leggen. Het eerste gruttonest van Noord-Holland werd op 29 maart gevonden door weidevogelbeschermer van het eerste uur, Ab Kalkman uit Amsterdam. Dit lag in WaterlandOost bij melkveehouder Anton Dirksen bij Uitdam. Voorgaande jaren was hij al eerder vinder van het eerste grutto-ei, maar dan van Nederland, in hetzelfde gebied en waarschijnlijk ook weer van hetzelfde broed paar. Het eerste ei van de tureluur in onze provincie werd op 30 maart gemeld door een zeer ervaren weidevogel beschermer met meer dan 30 jaar ervaring, Sjirk de Boer uit Purmerend. Dit lag in de Wijdewormer op het bedrijf van de familie Willig en is ook uitgekomen dankzij bescherming. Daarmee werden in onze provincie van de vier kernweidevogelsoorten alle eerste eieren in de maand maart gevonden. Geen primeur, maar het geeft wel aan dat soorten als tureluur en scholekster vroeger zijn gaan broeden, dit was 25 jaar geleden ondenkbaar. 2.4 Actieve vrijwilligers Het totale aantal vrijwillige weidevogelbeschermers/ boerenlandvogeltellers bleef vrijwel gelijk met 797 vrijwilligers. In Waterland valt er een afname te constateren van jaarlijks 5 procent. Bij de weidevogelgroepen van Schagen, Obdam, Noorderkoggen, het IVN-WestFriesland en het IVN-Amstelveen valt er een lichte toename te bespeuren. De gemiddelde leeftijd van vrijwilligers lag iets lager met 65,7 jaar. Het aantal jaren dat een vrijwilliger gemiddeld actief is, blijft jaarlijks licht toenemen naar 9,3 jaar. Eenmaal met het weidevogel-bescherm-virus behept, blijken vrijwilligers heel trouw en bevlogen het vrijwilligerswerk doen. Dit geeft aan dat veel weidevogelbeschermers/boeren landvogeltellers een goede binding hebben met het beschermen van
13 Online Touch Home