18

Hoofdstuk 2 I Resultaten Weidevogelbescherming 2.9 Actief beschermde legsels Bij de vrijwillige weidevogelbescherming markeren beschermers de gevonden legsels met twee stokken aan weerszijde van het nest voor de boer en/of medewerkers van loonwerkbedrijven. Vrijwilligers, maar ook agrariërs, registreren in de Boerenlandvogelmonitor of een nest ook daadwerkelijk actief beschermd wordt bij werkzaamheden op het land. Nieuw is dat bij nesten ook aangegeven kan worden of deze via een zogenaamd elektrisch vossenraster worden beschermd. In de dagelijkse praktijk is dit een toenemende en inmiddels de meest voorkomende beschermingswijze van weidevogels in graslandgebieden. In graslanden zijn dit de agrarische beschermingsactiviteiten: • Om een nest heen maaien (OM) • Rollen of slepen van de grasmat (RS) • Omheen werken en/of plaatsen sleepslangnestbeschermer bij bemesten (BM) • Nestbeschermers plaatsen bij beweiding (NB) • Delen niet maaien via last minute beheer (LM), zogenaamde kuikenenclaves • Bescherming door middel van het plaatsen van een elektrisch vossenraster (VR) In de akker- en tuinbouw gaat het om de volgende werkzaamheden: • Aanaarden/frezen van aardappelruggen (AA) • Ploegen/eggen (PE) • Zaaien/poten (ZP) • Gewasbescherming (GB) 18 • Nesten in mandjes (ver)plaatsen (NiM) vooral bij ploegen, eggen, frezen, zaaien en poten Daarnaast zijn er nog overige activiteiten (OV). Nieuw vanaf dit seizoen is dat kan worden aangegeven of er een wildcamera (WC) bij een nest is geplaatst. In sommige gevallen gaat daar een beschermende werking van uit, zo blijkt uit de camerabeelden. Doordat bijvoorbeeld een vos de wildcamera niet vertrouwt en terugdeinst, zodat het nest niet gepredeerd wordt. Van tevoren is niet te zeggen wanneer er werkzaamheden op het land zullen plaatsvinden, dus communicatie tussen vrijwilliger, boer en/of loonwerker is en blijft natuurlijk essentieel. Niets is vervelender wanneer een gevonden nest alsnog door agrarische werkzaamheden verloren gaat. Dit seizoen hebben vrijwilligers bij 3.048 nesten (36,5 procent) geregistreerd op welke wijze die zijn beschermd bij werkzaamheden. Het uitkomstresultaat van deze actief beschermde legsels is exact hetzelfde als het gemiddelde, 76 procent. Waaruit blijkt dat actieve beschermingsmethoden niet meer predatoren aan trekken, hoewel dit nog wel eens beweerd wordt. De effectiviteit van het plaatsen van een elektrisch vossenraster (VR) geeft voor legsels een iets beter uitkomstresultaat dan het gemiddelde met 78 procent. Inmiddels wordt 7 procent van alle legsels in Noord-Holland beschermd door middel van een vossenraster. Vervolgens is het plaatsen van een nestbeschermer een veel voorkomende wijze (5,5 procent) van actieve bescherming op grasland bij beweiding met vee met het uitkomstresultaat iets boven het gemiddelde (78 procent). Andere vormen van actieve bescherming, in volgorde van belang, zijn het omheen bemesten en omheen maaien. De effectiviteit van actieve bescherming van nesten op bouwland is lager. Dit komt omdat er in

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication