IN NEDERLAND VERBLIJVEN GRUTTO’S BUITEN HET BROEDSEIZOEN GRAAG OP PLAS-DRASPERCELEN. elkaar te krijgen waar de grutto’s en de andere weide vogels met smart op zitten te wachten. Een wijds, nat, aaneengesloten graslandgebied waar ze in rust, zonder grote hoeveelheden vee of machines en continue predatiedreiging, hun eieren kunnen uitbroeden, voedsel kunnen vinden en waar hun kuikens naar hartenlust muggen en vliegjes kunnen eten. Het waterpeil zal in het broedseizoen omhoog moeten naar zo’n 20 tot 30 centimeter onder het maaiveld. Op dit moment is het waterpeil in de meeste gebieden ver daaronder. In sommige delen van ons land wel tot 80 cm of meer onder het maaiveld (zie figuur 5.1). Bij een hoog waterpeil vinden volwassen grutto’s in de zachte bodem voedsel in de vorm van wormen. Bovendien remt het de grasgroei waardoor de vegetatie geschikt is voor de kuikens tegen de tijd dat die uitkomen. Het land is voor kuikens geschikt om doorheen te banjeren en insecten te vangen, zonder al te veel af te koelen of juist te zichtbaar te zijn voor predatoren. De plannen in de eerste gebieden beginnen dit en volgend jaar (2022). Op dit moment biedt het plan extra ontwikkelmogelijkheden voor kruidenrijk grasland. Tegelijkertijd zetten de initiatiefnemers zich in voor meer financieringsmogelijkheden, waardoor het Aanvalsplan Grutto een groeiend aantal mogelijkheden voor vogels en grondeigenaren gaat bieden. 5.3 Ecologische kaders De voorwaarden die herstel van weidevogelpopulaties aan een gebied stellen, zijn leidend voor de toekomst van de kansgebieden. Het zijn open gebieden van bij voorkeur duizend of meer hectare groot, waarbij het waterpeil, graslandbeheer en predatorenbeheer essentieel zijn. 44 Waterpeil omhoog De allerbelangrijkste factor voor het slagen van het Aanvalsplan Grutto is water; water ten opzichte van het maaiveld; op de graslandpercelen en in de greppels. Het fors verhogen van waterpeilen t.o.v. het maaiveld is nodig om datgene voor Graslandbeheer Zonder aangepast graslandbeheer redden grutto’s het niet om voldoende kuikens groot te brengen. Maaien en begrazen kan pas na het uitvliegen van de vogels. Het injecteren van drijfmest gericht op gewasgroei dient vervangen te worden door het opbrengen van ruige stalmest als belan grijke voeding van het bodemleven. Injectie van overmatig veel drijfmest is niet goed voor wormen en ander bodemleven, net als kunstmest niet gunstig is voor het bodemleven. De combinatie van een hoger waterpeil en ruige mest zorgt voor een grotere diversiteit aan plantensoorten met een bijbehorende variatie aan vlinders, bijen, hommels, amfibieën en uiteindelijk ook vogels (Kleijheeg et al., 2020). Ook de bodemstructuur en samenstelling verbetert (aandeel bacteriën, schimmels, wormen, geleed potigen en protozoa verandert). Kruiden- en bloemrijk grasland is essentieel voor voldoende insecten, waar weidevogelkuikens afhankelijk van zijn voor hun voedsel. Om dit graslandbeheer mogelijk te maken, zal de bedrijfsvoering in de kans gebieden hierop aangepast moeten worden.
45 Online Touch Home