5

1.3 Het veldwerk De inventarisaties in alle plots worden uitgevoerd volgens een landelijk vastgesteld protocol. Het gaat om het broedvogelmonitorings project- Weidevogels (BMP-w). De methode staat uitgebreid beschreven in Vergeer et al., 2016. Uitgangspunt is dat weidevogelterritoria worden vastgesteld en in kaart gebracht op basis van minimaal vier rondes. In 2021 is, in opdracht van provincie Noord-Holland, in 66 van de 73 provinciale plots geteld. Deze tellingen zijn door Natuurlijke Zaken, Van der Goes en Groot en TAUW, uitgevoerd. De verantwoording van het veldwerk is beschreven in Korthorst et al., 2018, 2019, 2020 en Rotteveel & Van Groen, 2021. 1.4 Trendberekeningen De trendberekeningen zijn uitgevoerd door provincie NoordHolland met behulp van het programma RTRIM. Dit programma en de bijbehorende handleiding zijn beschreven in Pannekoek en van Strien, 2015. Bij de berekeningen wordt 1990 als uitgangsjaar genomen en op 100 gezet (Index=100). In Edelman & Witteveld, 2019, is uitgebreid beschreven hoe de berekeningen in RTRIM tot stand zijn gekomen. Ook wordt in dit achtergronddocument ingegaan op de instellingen van het programma en de mate van significantie van de gepresenteerde trends. Er is een trend berekend voor de periode 1990-2006 en de periode 2006-2021. In 2006 is door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uitgesproken dat de achteruitgang van de weidevogels in 2010 gestopt zou moeten zijn. Hoewel een oor zakelijk verband tussen deze wens en de trend moeilijk is te leggen, vinden we dit jaar al wel interessant om als mogelijk kantelpunt te bekijken. DE TREND VAN DE GRUTTO IS NOG STEEDS NEGATIEF ONDANKS ALLE INSPANNINGEN. Hoeveel grutto’s zijn er in Noord-Holland? Naast het tellen van meetplots zijn er ook vlakdekkende tellingen (2018-2021) uitgevoerd in bijna 62.000 hectare Noord-Hollands graslandgebied. De tellingen zijn door dezelfde personen en volgens dezelfde methode uitgevoerd als de tellingen in de meetplots. Deze oppervlakte bestrijkt het grootste deel van de oppervlakte van het leefgebied van de grutto. Daarom is er door deze tellingen iets te zeggen over het aantal grutto’s dat in Noord-Holland broedt. Tijdens de tellingen zijn er 5.238 broedparen grutto’s aangetroffen. Als we er van uit gaan dat we 80-90 procent van het gruttogebied hebben geteld, broeden er in Noord-Holland ongeveer 6.000 grutto’s. Volgens SOVON waren er in de periode 2013-2015 31.000-38.000 broedparen aanwezig in Nederland. De trend is ook landelijk negatief (met 3-4 procent per jaar). Het zullen er nu ongeveer 30.000 zijn. Dat betekent dat ongeveer 20 procent van de Nederlandse grutto’s in Noord-Holland broedt. 5

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication