61

Hoofdstuk 8 I Weidevogels in het Schagerwad nabeweiding met rundvee plaatsvinden. De greppels zijn voor een deel verbeterd aan de noordkant van het Schagerwad. Bemesting vindt niet meer plaats, behalve de mest van het weidende vee. Aan de zuidoostkant van het Schagerwad liggen percelen behoorlijk hoog ten opzichte van het huidige waterpeil. Het maaiveld ligt er gemiddeld circa 40 tot 50 cm boven het waterpeil in de sloten. Daardoor is het niet mogelijk om watervoerende greppels te maken. Er zijn plannen om dit gebied natter te maken. Op dit moment is er een pomp geplaatst om het rietland te bevloeien waardoor het beter plas-dras komt te liggen in het voorjaar en de zomer. 8.2 Broedparen in het Schagerwad Van 47 verschillende soorten zijn in totaal 395 broedparen vastgesteld. De talrijkste soort in het gebied is de brandgans met 136 broedparen. Van de weidevogels is de scholekster met 17 broedparen het talrijkst. Vlak daaronder zit de tureluur met 16 broedparen. Deze soort heeft hier relatief een hoge dichtheid. De kievit is met 14 broedparen aanwezig en de grutto met slechts 10 broedparen. Behalve de weidevogels zijn in dit gebied de moerasvogels ook van belang met onder meer 1 paar roerdomp, 1 paar bruine kiekendief en 1 paar waterral. Ook zijn de diverse zangvogels van rietlanden vastgesteld zoals rietzanger en rietgors. Verder waren er 2 territoria van kluut en visdief. Ook broedden er 6 paar oeverzwaluw in het gebied. Langs een brede sloot door het gebied zijn hele steile kanten en daarin hebben ze een plek gevonden (zie foto).  Figuur 8.1 Schagerwad met de SNL typen natuur. N13.01 is vochtig weidevogelgrasland en N05.02 is gemaaid rietland. KOLONIE VAN OEVERZWALUW. 61

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication