Hoofdstuk 9 I Meetnet Agrarische Soorten De effecten van het ingezette agrarisch natuurbeheer moeten de komende jaren duidelijk worden. Na twee jaar onderzoek blijkt, vergelijkbaar met de inzichten in andere provincies, dat soorten als grasmus, kneu, blauwborst en fazant, zich het meest aan getrokken voelen tot de maatregelen. Daar waar kieviten en veldleeuweriken doorgaans lijnvormige natuurmaatregelen mijden, lijken beide soorten op Texel te profiteren van een combinatie van weidevogelbeheer (uitstel van werkzaamheden op het land tegen vergoeding) en een substan tieel aandeel vlakdekkende maatregelen, zoals vogelakkers en minder dicht gezaaide graanpercelen. Het voorbeeld van Texel levert een belangrijk inzicht op, namelijk dat weidevogelbeheer zich niet zou moeten beperken tot graslandgebieden, maar dat het ook in akkergebieden een belangrijke aanvulling kan zijn op de verbetering van leefgebied Open akkerland en voor de soorten die daarvoor komen. Henk Jan Ottens is onderzoeker, Grauwe Kiekendief bij Kenniscentrum Akkervogels 73
74 Online Touch Home