Hoofdstuk 13 Steeds meer Noord-Hollandse weidevogelgebieden onder stroom NIENKE KWIKKEL 13.1 Grondpredatoren Om weidevogelpopulaties in stand te houden is behalve een kwalitatief goed leefgebied in toenemende mate het weren van predatoren nodig. In het Aanvalsplan Grutto is predatorenbeheer daarom ook als één van de vier maatregelen genoemd om de kansgebieden te laten slagen. Met name grondpredatoren kunnen plaatselijk grote invloed hebben tijdens de nestfase. Een methode voor het weren van met name de vos is het plaatsen van elektrische vossenrasters. In dit artikel geven we een overzicht van de vossenrasters die in Noord-Holland zijn geplaatst om zo inzicht te geven in de inspanning die beheerders veelal vrijwillig doen en de ervaringen te delen. 13.2 Predatie: een complex probleem De twee belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van weidevogels zijn habitatverlies door bijvoorbeeld stedelijke uitbreiding met de bijbehorende infrastructuur en het intensievere landgebruik door de landbouw (Teunissen et al., 2020). Dat zorgt voor een neergaande trend in aantallen (Kleyheeg et al., 2020). Vanwege deze afname zijn natuurbeheerders alle mogelijke maatregelen aan het nemen en onderzoeken (Laidlaw et al., 2021). Daarnaast is de toegenomen predatiedruk een extra probleem voor weidevogels omdat ze in sommige gebieden daardoor geen goed broedresultaat meer hebben. Door de inspanning van beheerders en vrijwilligers is er een aardig beeld van eierpredatie. Kuikenpredatie is lastiger vast te stellen omdat zij mobiel zijn nadat zij uit het ei zijn gekropen. DE PAALTJES MET DRADEN WORDT HIER AAN DE WATERLIJN GEPLAATST. 85
86 Online Touch Home