95

DE JONGE KNEUEN DOEN ZICH TE GOED AAN ZADEN. IN NAJAAR EN WINTER KAN JE GROTE GROEPEN KNEUEN ZIEN OP VOEDSELRIJKE PLEKKEN. Het talrijkst zijn kneuen in de duinen en in akkerbouwgebieden met hagen, maar ze broeden ook op plekken met jonge aanplant, oude struikheide met opslag en soms in stedelijke bebouwing. Vanuit de liefst doornige struiken, ondernemen kneuen in kleine groepjes voedselvluchten van soms drie kilometer naar plekken met een rijk aanbod aan zaden. Vanaf juli vormen zich groepen op voedselrijke plekken. 14.3 Via Zuidwest-Frankrijk naar Spanje en Marokko Na het broedseizoen, vanaf half september, begint de najaarstrek tot eind oktober met een piek rond half oktober (geschat maximum doortrek 50.000-200.000). In Nederland broedende kneuen trekken via Zuidwest-Frankrijk weg naar Spanje en Marokko. Ook worden in Nederland doortrekkers uit Engeland, Duitsland en Noord-Europa waargenomen. Kneuen zijn het hele jaar door in Nederland aan te treffen. Overwinteraars foerageren vaak in groepen in open en half open landschappen op ruderale terreinen en onkruidrijke graan stoppels (geschat maximum in winterperiode 2013-2015: 25.000-40.000). De voorjaarstrek begint ongeveer half maart en loopt tot begin mei, met een piek rond half april. Ze trekken meestal overdag met tussenstops in grote groepen langs de kust en andere plekken. 14.4 Spreiding In Noord-Holland is de kneu redelijk wijd verspreid met de hoogste dichtheden in de duinstrook waar de soort voldoende voedsel vindt in de lage kruidenvegetatie en geschikte struwelen om in te broeden zoals duindoorns en meidoorn. Ook op geheel Texel, West-Friesland, Wieringen, de Westelijke Zaanstreek en Westelijke Havengebied, is de soort aan te treffen. Duidelijk lagere aantallen vinden we in de open poldergebieden. In de trektijd en winter worden groepen kneuen soms waargenomen in (akkerbouw) gebieden waar veel voedsel beschikbaar is. 14.5 Polulatie neemt toe De aantallen kneuen in bos, heide en duin zijn sinds midden jaren zeventig met minimaal 35-50 procent teruggelopen. In agrarisch cultuur landschap is sprake van een afname van mogelijk meer dan 95

96 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication