hebben gevolgd, verwijst Edson naar landelijke statistieken over vertrouwenspersonen. Wat daaruit blijkt, is dat vaak het noodzakelijke en zelfs wettelijk verplichte beleidskader ontbreekt rond bijvoorbeeld psychosociale arbeidsbelasting. “Daarnaast ontbreken er ook vaak randzaken”, zegt Edson, die hierbij denkt aan folders, brochures, de website en het jaarverslag. “Ook ontbreekt vaak een meldingsformulier waarvan duidelijk is of de verwerking daarvan intern of juist buiten het netwerk van de werkgever plaatsvindt.” Verplichting en meerwaarde Een gebrekkige organisatorische inbedding komt soms doordat directies het aanstellen van een vertrouwenspersoon als pure verplichting zien. Dat kan een reden zijn om die functie niet te vervullen. “Ik zeg ‘nee’ tegen een opdracht als ik het gevoel heb dat ik alleen gevraagd wordt om een verplichting te kunnen afvinken”, vertelt Anne. “Zo van: we zien je het liefst zo weinig mogelijk. Maar vaker merk ik dat directies steeds vaker de meerwaarde van een vertrouwenspersoon inzien. Dit jaar zei een schooldirecteur tegen me dat ik nog niet half wist wat ik allemaal voor ze deed.” Volgens Edson moeten vertrouwenspersonen leidinggevenden duidelijk maken dat zíj als eerste voor de veiligheid verantwoordelijk zijn. Edson: “Een manager moet erop toezien dat Jantje of Pietje niet gepest wordt. Daarover gaf ik onlangs een presentatie voor de FNV-directie.” Blijkbaar gaat het dus niet langer uitsluitend om de werkvloer en over ‘melders’, maar ook om de leidinggevenden die daar inzicht in moet hebben. Edson: “Pas als dat onvoldoende is, komen vertrouwenspersonen in beeld.” Die trend signaleert Lisette ook. “Eerst was het werk van vertrouwenspersonen sterk op individuen gericht en hadden ze veel minder aandacht voor organisaties.” Daarbij is het cruciaal, menen de gespreksdeelnemers, dat vertrouwenspersonen binnen organisaties andere termen gaan gebruiken. Ze moeten de-escalerend spreken, zodat drempels verlaagd worden en medewerkers een gesprek aan durven gaan. “We zouden het niet moeten hebben over ongewenste intimiteiten, maar over ongewenste omgangsvormen. Ook zouden we niet meer moeten spreken over ‘slachtoffers en daders’, maar over ‘betrokkenen en veroorzakers”, meent Geertje. Betalen en bepalen Maar die verhouding met het management blijft ingewikkeld. Waar worden vertrouwenspersonen bijvoorbeeld op afgerekend? “Bestuurders zien dat er minder zaken escaleren en bij het gerecht of een mediator komen”, weet Anne. Ze vervolgt: “En ook dat er meer zaken aan het licht komen.” Maar de betaler bepaalt zeker niet. Zou dat het geval zijn, dan zouden allen hun lier aan de wilgen hangen. Gerda: “Hoeveel gesprekken je hebt, meld je achteraf in het jaarverslag. Wij zijn de enigen die als het ware blanco facturen sturen.” Edson: “Als de betaler bepaalt wat wel en niet integer is of zaken in de doofpot kan stoppen, laat dan mijn functie als vertrouwenspersoon maar zitten dan. Er moet een keiharde integriteitsgarantie zijn!” Geertje beaamt: “Ik wil ook integer zijn naar mijzelf toe.” Anne: “Mijn professionaliteit is leidend in mijn werk. Als ik daarin niet vertrouwd wordt, dan kunnen we het contract beter verbreken.” Gerda: “Vertrouwen en integriteit zijn de enige instrumenten die we hebben. Dat is de kern van ons beroep!” Toekomst van het vak De LVV bestaat twintig jaar. Wat moet er volgens de vertrouwenspersonen over twintig jaar zijn veranderd? Lisette: “Dat het beroep van vertrouwenspersoon wettelijk verankerd is en elke organisatie verplicht een vertrouwenspersoon heeft.” Edson vindt dat er een starterspakket moet komen waarmee vertrouwenspersonen op de juiste wijze in een organisatie geïnstitutionaliseerd worden en dat vertrouwenspersonen adequaat kunnen functioneren. Anne: “Ik vind dat werkgevers zich meer bewust moeten zijn van het belang van sociale veiligheid. Ze moeten begrijpen wat de impact is van grensoverschrijdend gedrag op individuele personen.” Geertje vult hierop aan: “Ik hoop dat werkgevers inzien wat grensoverschrijdend gedrag voor effect heeft op de organisatie en wat de risico’s zijn voor hen als werkgever.” Vertrouwenspersonen Aan dit rondetafelgesprek deden de volgende vertrouwenspersonen mee: Anne Overbeek - eigenaar van Buro Overbeek, extern vertrouwenspersoon Geertje Spijkerman - eigenaar van Bureau Fidúsje, extern vertrouwenspersoon, extern coördinator van interne vertrouwenspersonen en intervisie begeleider van vertrouwenspersonen Edson Amstelveen - intern vertrouwenspersoon binnen de vakbond FNV naast zijn functie als kwaliteitsmanager Lisette Overduin - centrale vertrouwenspersoon bij de gemeente Den Haag. Gerda Arends, gespreksleidster - extern vertrouwenspersoon en LVV-bestuurslid met de portefeuille zorg, onderwijs en sport. ‘ Vertrouwen en integriteit zijn de enige instrumenten die we hebben’ 24
25 Online Touch Home