24

24 Mandeguod Wat hinget der by dy oan ‘e muorre? Bij mij in de hal hangen drie schilderstukken waaronder een koperen bord met daarop een afbeelding van een landhuis. Het is geschilderd door mijn overgrootvader Wijnand van Houweninge in het midden van de negentiende eeuw. Daaronder twee portretten van mijn overgrootouders, die ik heb geschilderd aan de hand van een paar oude foto’s. Het landhuis heette Vredenburg en het staat er nog, net buiten Waddinxveen. Mijn grootmoeder is er geboren. Jaren geleden heb ik het bezocht, de toenmalige bewoners waren lief en gastvrij en ik mocht alles bezichtigen. Zo ook de grote slaapkamer aan de voorzijde van het huis. Minutenlang zat ik in de brede vensterbank waarvan ik wist dat mijn oma daar als zesjarig meisje met opgetrokken knieën gezeten had om zo nog een laatste glimp op te vangen van de stoet die haar moeder weg zou brengen. Weg uit Vredenburg, weg uit haar leven. Ze keek naar de zes ingespannen paarden die ongeduldig stonden te wachten tot de knechten klaar waren met het vastgespen van de zwarte kleden die over hun rug hingen. In de zomer van 1875 stierf Antonia van Houweninge aan kraamvrouwenkoorts na de geboorte van haar zesde kind. Ze was zesendertig jaar. De verhalen die mijn grootmoeder mij had verteld kwamen in die kamer in Waddinxveen helemaal tot leven. Volgens die vertellingen was het huwelijk tussen Wijnand en Antonia heel gelukkig geweest en droeg mijn overgrootvader zijn vrouw op handen. Het moet rampzalig voor hem geweest zijn dat hij haar in zo korte tijd kwijtraakte en achterbleef met zes kinderen waaronder een baby van enkele dagen. Hij was landheer en had, behalve de zorg voor zijn eigen boerderij met personeel, ook de verantwoording voor zijn pachtboeren met hun gezinnen die voor een deel van hem afhankelijk waren. Dus nam Engelina, de oudere zus van Antonia, de zorg voor het gezin over.

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication