51

Veterinaire C.S.I. (De vondeling van Aldeboarn) Vorig jaar juli werd Max gevonden met een klein etterend wondje op haar schouder. Toen we het wondje in de praktijk behandelden schatten we Max ruim twee maanden oud. Het jonge poesje knapte gelukkig zienderogen op. Ze werd vertroeteld in haar nieuwe kosthuis in Aldeboarn en groeide als kool. Daar waren we getuige van toen ze achtereenvolgens voor haar entingen kwam. In oktober stagneerde die vooruitgang. Ze werd kreupel aan haar linker voorpoot. We vermoedden een simpel trauma en er werd pijnstilling voorgeschreven. Het leek eerst iets beter te gaan, maar na enige tijd verergerde de kreupelheid helaas. Een röntgenfoto van haar voorpoot bood geen uitsluitsel en dus werd de pijnstilling voortgezet. Het hielp niet: de spieren van het hele pootje slonken zienderogen en het bovenarmbeen leek zelfs krom te groeien. Zou het toch met die oude wond te maken hebben? Op dat moment werd het tijd een second opinion te vragen bij de collega in de Hoofdplaats. Die maakte opnieuw röntgenfoto’s en schrok van het resultaat. Er waren niet alleen botveranderingen rondom het schoudergewricht, er zat overduidelijk een bukskogeltje in het opperarmbeen! Onze eerdere foto’s hadden we dus net niet hoog genoeg geschoten… De oorzaak was nu overduidelijk, maar de oplossing kwam daarmee nog niet meteen dichterbij. Dus werd de orthopedisch chirurg geraadpleegd. Zijn advies was rigoureus: slechts amputatie zou de pijnlijkheid weg kunnen nemen. Met dat advies kwam Max weer terug bij ons en nog diezelfde week werd een afspraak gemaakt. De operatie verliep voorspoedig, doch voor mij lastiger dan ik gewoon ben. Regulier amputeer ik halverwege het opperarmbeen, nu moest de schouder er echter ook af. Max kwam goed en vlot weer bij kennis. Het was aandoenlijk om te zien hoe blij ze was toen haar bazin haar op kwam halen: ze gaf kopjes door de spijlen van het mandje heen… Nieuwsgierig geworden naar hoe dit nou allemaal heeft kunnen gebeuren werd ik getriggerd door de collegae om sectie te doen op het pootje. Voorzichtig prepareerde ik de spieren van het ernstig beschadigde Tuberculum majus humeri, de grote knobbel van het opperarmbeen van Max. De anatomie is na dertig jaar Mandeguod 49

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication