66

66 Mandeguod ik ook veel gaan zingen, onder andere in een kwartet. De Vallende Sterren noemden wij ons. Een ludiek groepje, we zongen vierstemmig a-capella. Later zong ik ook nog in een ensemble met 5 vrouwen uit Mantgum, Vink.” En dan komen de casettebandjes tevoorschijn, samen met een radio waarin de bandjes afgespeeld kunnen worden. Ik vertel Baukje: “Lang geleden dat ik casettebandjes gezien heb!” Vol enthousiasme laat Baukje zien dat ze allerlei bandjes bewaard heeft. Helaas blijkt later dat we de radio niet aan de praat krijgen. Laat de ouderwetse techniek ons toch in de steek… De opgenomen liedjes van de Vallende Sterren houd ik nog te goed. Waar is je dirigentencarrière begonnen? “Ik stond in 1993 voor het eerst voor een koor: het koor van de Fryske Krite (Friese Kring). Overgenomen van een vriend, omdat hij het eigenlijk te druk had met andere werkzaamheden. Na een korte uitleg van hem over slagtechniek ging ik vol energie die repetities in. Ik nam mijn eigen ervaring als koor- en ensemblezanger mee. Na vier jaar voor de groep dacht ik: ‘Oké, zo moet het niet’. Ik bakte er helemaal niks van. Uiteindelijk heb ik de meerjarige dirgentenopleiding in Heerenveen gedaan en daar ben ik in 2000 geslaagd. Wat me vooral is bijgebleven van de opleiding en wat ik ook altijd heb gebruikt, is hoe ik mijn muzikale ideeën over de muziek en koorklank kan overbrengen op de groep. Natuurlijk beheers ik de slagtechniek ook, maar dat vind ik niet het belangrijkst.” Had je rond die tijd ook nog koren onder je hoede? “Ja, ik had een vrouwenkoor in Hardegarijp. En ook werd rond die tijd de Mantgumer Maten opgericht. Toen het koor begon wilden de zangers in eerste instantie zelfstandig werken, zonder dirigent. Op een gegeven moment hebben ze mij benaderd met de vraag of ik ervoor wilde staan. Ze merkten dat het toch niet zo goed werkte zonder dirigent. Ik heb vier jaar voor het koor gestaan. De eerste keer vond ik heel spannend, zo voor al die mannen! Dus die eerste repetitie had ik heel strak voorbereid, daar waren ze wel van onder de indruk. We hebben het heel leuk en gezellig gehad met elkaar.” De Coronatijd is voor koren geen fijne periode geweest. Online samen zingen, dat gaat nog niet zo makkelijk. Er zit een vertraging op de lijn waardoor je nooit precies tegelijk kan zingen, en het gevoel van samen zingen verdwijnt volledig. Terwijl dat nou juist is wat zingen in een koor zo bijzonder maakt. Baukje vertelt dat ze bij haar koorleden kan merken dat er zo’n lange periode niet gezongen is. Dingen als energie, ademsteun, een goede houding: het lijkt wat weggezakt te zijn. Gelukkig heeft

67 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication