51

jes. Eén van de broers overlijdt al op 6 jarige leeftijd, de 2 anderen, Jan (7-5-1883) en Eise (2-11-1900), groeien op tot varenslui. De Groenevelds woonden deels op de vaste wal. De ouders van Durk (Eise Groeneveld 1822-1898 en Maayke Bijlsma 18281931) verdienden de kost in de vaart. Eise als veerschipper en Maayke in het Veerhuys. Later varen ze zelf met een houten skûtsje. Ergens na 1890 woonden ze in het huis, dat we nu kennen als De Wal 3. Na het overlijden van Eise blijft Maayke daar wonen. Daarna woonden in dat huis kleinzoon Eise met zijn (weduwe) zuster Monskje. Na het overlijden van Monskje in 1963 trekt Eise bij zijn broer en nichtje in en koopt de familie v d Veen no 3. Vandaag de dag woont Eelkje er nog steeds. Durk en Aafke varen en wonen eerst met hun kinderen op een houten skûtsje en later op een Pekelder praam1 , daarna weten we niet zeker. Waarschijnlijk deels al op De Wal no 7. Wel weten we, dat zoon Jan en zijn vrouw Reinouw Jan's Rienks in 1910 in de Master Jansen strjitte 3 wonen (waar nu het huis van Wim en Feikje Vellinga staat) en dat rond 1920 De Wal 7 (waar Jan en Maria nu wonen) hun adres is. Durk is dus ook met een houten skûtsje begonnen. Daarna voer hij met zijn vrouw en 5 kinderen op een Pekelder praam van zo'n 30 ton. Zo rond 1922 wordt Durk eigenaar van een vrachtschip, een nieuwbouw schip, hij heeft goed gevaren de afgelopen jaren. De precieze datum van opdracht of koop weten we niet, maar wel blijkt uit de Liggers2 van de scheepsmeetdienst, dat: Op 21 juli 1922 in Hoogeveen een bolpraamschip3 van ijzer, met de naam "De Twee Gebroeders" wordt opgemeten. Gebouwd in Sappemeer in 1922. Groot 50,7 ton en voorzien van nummer Hz2166N. Eigenaar D. Groeneveld uit Mantgum. Het Mantgumer skûtsje is dus eigenlijk een bolpraamschip, maar we blijven haar toch maar een skûtsje noemen. Het was kennelijk al de bedoeling dat de broers Jan en Eise met dit schip de kost zouden gaan verdienen, waarom anders de naam "De Twee Gebroeders". Helaas heeft vader Durk dat niet lang meegemaakt, want op 13 okt. 1922 overlijdt hij. De broers Jan en Eise varen met het schip, Jan is schipper en Eise scheepsmaat en ze vervoeren van alles: terpaarde, stro, turf, aardappelen, suikerbieten enz enz. De latere jaren zijn ze eigenlijk helemaal overgegaan naar turf en kolen en daarmee de brandstofhandel. Mandeguod 49

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication