Zoals op de foto's te zien is, zonder zwaarden, maar met een forse kajuit en stuurhuis. Een stuurhuis dat beduidend groter is dan het orginele, inklapbare, stuurhuis. Het is maar de vraag of de Mr Pip nog in Mantgum kan komen, want de maximale doorvaarthoogte is 2.5 m. Ondertussen waren Terrie en Phil wel nieuwsgierig naar de geschiedenis van hun schip. Met Jaap Post hebben ze nog contact, dus was al een deel geschiedenis bekend, maar ze wilden meer weten. Via de website van Mantgum kwamen ze bij de Werkgroep Historie en zo hebben we wat uitgezocht, met een paar oude Mantgumers gepraat en aan Afke de Haan gevraagd wat zij nog wist. De resultaten hebben we naar Phil en Terrie gemaild, waar ze blij mee waren. En zo, met de resultaten van onze onderzoeken en de gegevens, die Terrie en Phil ons toegezonden hebben, waren we in staat een aardig beeld te krijgen van het wel en wee van de eerste eigenaren van - en het Mantgumer skûtsje, in het verleden en tot aan de huidige dag. Februari 2016, Werkgroep Historie Mantgum, Willem van Eif Bronnen en foto’s: lys scarse de jong, eelkje van der veen jongstra, willem van eif, frits sieperda, afke de haan, leeuwarder courant, www.binnenvaart.nl, www.lvbhb.nl, phil en terrie chatfield, yme meintema, durk swierstra, www.aldmantgum. com. Noot 1) Pekelder praam, of ook wel Spitse Praam, is een zeilend vrachtschip, meestal van hout, met ronde vormen. Komt uit de Groninger veenkoloniën en werd daar ook wel Groninger aardappelpraam genoemd. Noot 2) De Liggers. Notitieboeken van de scheepsmeetdienst waarin (op volgorde van het meetbriefnummer) de belangrijkste gegevens van de gemeten vaartuigen opgenomen zijn. Een aanvulling op deze liggers vormen de zogenaamde binnenmeetbrieven. Ook de notitieboeken van het kadaster waarin onder meer de relatie tussen de meetbrieven en de brandmerken vastgelegd zijn, worden zo genoemd. Noot 3) Een Bolpraamschip, of Bolpraam, of Groninger bol. Dit scheepstype werd omschreven als: Bolpraamschip en is een bepaald type Groninger bol. Vrij lang, niet al te breed vaartuig, zonder berghout, geringe holte, achter een plaatsteven, voor een plaatsteven met loefbijter, een klein voor- en achterdek, meestal smalle gangboorden en een lage den (balk waar de luiken op liggen), een klein laag roefje, meestal zonder luikenkap, bestemd om gejaagd te worden, dus vaak zonder zwaarden en tuigage. De Bolpraam lijkt veel op een kleine Groninger tjalk of een Fries skûtsje. Alleen deskundigen zien het verschil, zoveel lijken deze scheepstypes op elkaar, m.n. de mooie bolle vormen van het voor- en achterschip. (Dit is eigenlijk wel bijzonder, want de IFKS heeft het skûtsje Nynke tot bolschip verklaard en uitgesloten. Er zou een rechtszaak komen ( zijn geweest), of dit schip nu een skûtsje of een bolpraamschip is en daarmee de vraag: wel of niet meedoen aan de wedstrijden. Het hoe en wat van een eventuele uitspraak is ons niet duidelijk geworden, maar de Nynke is uit de IFKS vloot verdwenen en staat ondertussen te koop). Noot 4) Brandmerk In een houten schip werd een nummer in het hout gebrand. Dit werd gedaan om het schip te kunnen identificeren als het opgenomen werd in het Hypotheek register. Ook het registratie nummer waarmee het schip in “De Liggers” wordt aangeduid, werd erin gebrand. Nu, met de ijzeren schepen worden de nummers erin gebeiteld, of opgelast. Het wordt echter nog steeds “Brandmerk” genoemd. Mandeguod 59
62 Online Touch Home