Tot zover mijn persoon. Graag wil ik ook nog wat gedachten kwijt over het dorpsleven in het algemeen. Omdat ik zelf weer in een dorp ging wonen werd ik ‘getriggerd’ door een artikel in de krant over de ‘leefbaarheid’ van dorpen. Ik las dat sommige dorpen in Nederland zich met succes ontwikkelen tot ‘woondorpen met een als uitstekend ervaren leefbaarheid, terwijl andere dorpen kampen met krimp en sociale achterstand’. Het artikel ging ook over de mate waarin dorpsbewoners verbonden zijn met hun dorp. Dat is actueel want de overheid trekt zich op verschillende terreinen terug. De verzorgingsstaat – mede tot stand gekomen dank door het gas van de Groningers – wordt onder druk van Europese begrotingsregels ontmanteld. We worden nu geacht zelfredzaam te zijn en als dat om welke reden dan ook niet lukt moeten we een beroep doen op mantelzorg. Dat noemen beleidsmakers in Den Haag de participatiesamenleving. Dorpsbewoners krijgen taken van de overheid toegeschoven op het gebied van dorpsvoorzieningen en (mantel)zorg voor mede dorpsbewoners. Is die verwachting van de overheid wel realistisch? In een dorp is er maar een beperkt aantal dorpsbewoners die al die taken kunnen uitvoeren. Actieve bewoners die zich veel inzetten voor het dorp zullen moeten kiezen: voor welke taken zet ik mij wel in en voor welke niet (meer)? Bovendien worden deze actieve bewoners ouder en is de maatschappij drastisch veranderd, wat vast ook aan Mantgum niet voorbijgegaan is. In het algemeen geldt dat het dorp een minder grote rol heeft in de levens van burgers dan 50 jaar terug. Terwijl eerdere generaties voor werken, winkelen en sociale contacten nog voor een groot deel waren aangewezen op het dorp geldt dat nu veel minder voor de ‘gemiddelde’ dorpsbewoner. Dat komt vooral door de toegenomen mobiliteit en welvaart. Werken en uitgaan doen velen van ons buiten het dorp. Bovendien geldt nu voor veel inwoners dat hun vrienden en kennissen buiten het dorp wonen. Nog maar een klein deel van de inwoners is alleen aangewezen op het sociale leven in het dorp. ‘Oorspronkelijke’ inwoners zijn verhuisd naar andere delen van de provincie of het land en er zijn nieuwe bewoners bijgekomen. Voor sommige van die nieuwe bewoners geldt waarschijnlijk dat zij hier primair wonen vanwege het woonplezier, de ruimte, de rustige omgeving en de nabijheid van de stad. Vraag is hoe het met hun sociale betrokkenheid is gesteld. Een enkele man is hier gekomen omdat zijn vriendin hier woont. Overigens een geheel legitieme reden. In het krantenartikel ging het ook om de vraag hoe sociale netwerken in een dorp versterkt kunnen worden. Dit gelet op de participatiesamenleving waar de overheid naar streeft. Uit onderzoek blijkt dat de mate waarin bewoners zich inzetten voor het dorp vooral wordt bepaald door de sociale binding, d.w.z. de mate waarin men daadwerkelijk verbonden is met het dorp wat zich uit in de inzet voor lokale doelen. Bewoners die in sociaal opzicht meer met april 2015 Mandeguod 21
24 Online Touch Home