17

is de titel van een boekje van de Frans-Joodse filosoof Marc-Alain Ouaknin (spreek uit: waknien) die van zichzelf zegt: "Ik ben een atheïstische rabbijn, God zij dank". Inderdaad zweeft het joodse geloof minstens langs het randje van het atheïsme en ik vermoed dat het omgekeerde vraagteken verwijst naar de - in het eerste testament - onuitsprekelijke naam van God: JHWH, een geheim. In die boeken ontmoeten we een hele kale god en dan ook nog een eenzame: daar is er maar één van. Kaal, omdat hij alleen maar stem is en dan nog wel een heel dun stemmetje: 'als het suizen van een gevulde stilte'. Zijn eenzaamheid heeft hij opgelost door mensen te maken naar zijn beeld. Je moet maar durven en dat dan ook nog vol blijven houden als het er sterk op gaat lijken dat dat experiment aardig in de versukkeling is geraakt, om het zachtjes uit te drukken. Van ons uit gezien valt daar troost uit te putten: hij geeft het niet op veel van ons te verwachten en alle engelen organiseren een dansfeest in de hemel tot de ochtend gaat gloren als ergens weer iemand optreedt die zó menselijk optreedt, dat je er blij van gaat gloeien. Marc-Alain O. wordt wel de Spinoza van de 21e eeuw genoemd. Hoewel zijn werk in dertig talen is vertaald, is hij in Nederland nog weinig bekend. Maar nu is dit boekje in het Nederlands vertaald. De ondertitel luidt: God en de kunst van het vissen. Ik heb nog nooit zo'n vreemd boek gelezen, op de bijbel na dan. Er zitten ruime witte marges in en die zijn met opzet aangebracht, want de waarachtige lezer is volgens Marc-Alain de lezer-met-een-potlood. Die houdt hij al lezende gereed om in de kantlijn te beginnen aan het schrijven van een boek dat het nu te lezen boek verre zal overtreffen. De echte lezer is dus volgens Marc-Alain in het bezit van een stevig ego. Ik snap de helft niet van dit boek en daarom heb ik de schrijver lief: in plaats van op zijn hurken te gaan zitten, laat hij mij op mijn tenen lopen en soms zo hoog springen dat ik daarna met een verzwikte ziel achter blijf. Kijk: daar groei je van. De atheïstische bijbel van Marc-Alain is vol van humor en hij ook. Hij vertelt een verhaal uit zijn traditie: Drie rabbijnen zitten in een taxi, de opperopperrabbijn van New York, de opperrabbijn van NY en de rabbijn van NY. De opperopperrabbijn neemt het woord en zegt: - Ik ben niets, o God tegenover u, echt niets, minder dan het stof van de aarde. De opperrabbijn die naast hem zit kijkt hem aan, neemt het woord en zegt: - God, wat ben ik tegenover u: niets, een ademtocht, een zandkorrel verloren in het universum! De rabbijn neemt op zijn beurt het woord en zegt: - Mijn God, ik ben niets, niets dan een ellendige aardworm! Waarop de taxichauffeur zich omdraait en op zijn beurt zegt: - En ik, ik ben nog minder, dan minder, dan minder dan niets! Waarop de opperopperrabbijn, de opperrabbijn en de rabbijn elkaar aankijken en zeggen: - Wie denkt hij wel dat hij is? Willemien Keuning - 0643637575 - wjkeuning@me.com Mandeguod 15 ?

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication