52

De Manx van Reduzum Als op zaterdagmiddag de bel gaat tref ik een hevig geëmotioneerde ‘buuv’ op de stoep. Tussen haar duim en wijsvinger hangt een staart. Ze houdt ’m een beetje bevend van zich af, zodat er nog leven in lijkt te zitten. Overduidelijk een kattenstaart. Die is van Pyr, hun lenige ‘jeweetwelkater’. Pyr is net snel genoeg geweest om voor een rappe automobilist de straat over te steken, maar heeft buiten zijn staart gerekend. Hij had heel hard doorgerend terwijl zijn staartomhulsel onder de autoband werd afgestroopt. In het huis van de overburen trof ik de rest van het gezin onthutst aan. Pyr rende met een ontlede staart door het huis, her en der een druppel bloed achterlatend. Nou ben ik er de man niet naar om iemand een oor aan te naaien dat ik dat met een staart ook zou kunnen, dus vertel ik eerlijk dat de rest van Pyr z’n staart er ook af moet. Als bij de familie het besef is ingedaald dat er geen andere uitweg is neem ik de buurkat in een mandje mee naar de praktijk en amputeer de staart. Of beter gezegd: wat daar nog van over is. Nog diezelfde middag brengt de buurman een groot bos bloemen als welgemeende dankbetuiging, want ‘volgens mij had je geeneens dienst vandaag…’ De operatie was goed gelukt, al zeg ik het zelf. Ik had slechts twee staartwervels overgelaten en een drain in de wond gelegd. Er was namelijk nogal wat beschadigd weefsel rondom de staartbasis waar zich anders onherroepelijk wondvocht zou ophopen. Een piepklein staartje resteerde met een feestelijk strikje erom. Dat ‘strikje’ had Pyr al na twee dagen zelf verwijderd, maar gelukkig vond het overtollige vocht nog steeds een weg naar buiten. Helaas 50 Mandeguod

53 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication