5

1. De kerk te Mantgum in historisch perspectief door R.J.H. Brink De bouw van een kerk in 1203. Tot in de 13e eeuw lag Mantgum aan zee. Een arm van de Waddenzee, de Middelzee, verdeelde het huidige Friesland nagenoeg in tweeën met aan weerszijden Oostergo en Westergo. De bewoners van de dorpen aan de kust hadden veel van deze zee te lijden en voor hen alléén was het moeilijk om de dijken in stand te houden. Vandaar dat de hulp werd ingeroepen van kloosters om het hoofd boven water te houden. Volgens een oude Friese kroniek gaven de mantgummers in het jaar 1203 veel land aan het bij Bolsward gelegen Oldeklooster (Bloemkamp), waarvoor de monniken de dijken zodanig versterkten dat er geen gevaar meer bestond voor overstromingen. Bovendien hielpen zij bij de bouw van een kerk waartoe iedere inwoner zijn bijdrage leverde, door goederen te schenken of wanneer men daartoe niet in staat was door zelf aan de bouw mee te werken. Wat er ook van deze kroniek waar moge zijn, er werd in de periode waarin het verhaal speelt een kerk gebouwd op dezelfde plaats als de huidige met een rond gesloten koor. Zij was ongeveer één meter smaller en strekte zich vijf meter minder ver uit naar het oosten. De kerk werd gewijd aan Maria. Laat gotische kerk. Rond het jaar 1500 werd de kerk tot op het fundament afgebroken. De van deze kerk afkomstige gele kloostermoppen werden samen met een grote partij rode en oranje stenen opnieuw gebruikt voor de bouw van de huidige kerk. Het is een geheel symmetrisch laatgotisch gebouw bestaande uit zes traveeën en een vijfzijdig gesloten koor. In de loop der tijd is de oorspronkelijke vorm van de steunberen en ramen verloren gegaan. Fragmenten glas in lood duiden erop dat in de ramen gebrandschilderde glasmedaillons waren geplaatst met onder anderen de voorstelling van St. Joris en de draak en de drie koningen. Rond de medaillons en langs de vensterkant was ter versiering een rand met gebrandschilderde bladen vruchtenmotieven aangebracht. Rond de hele kerk en rond de ingangspartijen in de noord- en de zuidmuur, waarin zich boven de deur een nis bevond voor een heiligenbeeld, liep een lijst. Deze ingangen zijn dichtgezet. Er wordt nu gebruik gemaakt van een 18e eeuwse toegang. In het portaal vinden wij een altaarsteen van rode zandsteen die, na 400 jaar voor de ingang gelegen te hebben, weer op een voetstuk is geplaatst. Achter de lambrisering in het koor bevindt zich een piscina met een gedeelte van een wasbekken, eveneens van rode zandsteen. Het interieur was kleurrijker dan nu het geval is. De ramen waren omzoomd met een band van rode imitatie baksteen. Het nog aanwezige eiken tongewelf was groen met blauwe binten. Rond de bankwerken, de deuren en langs de vloer van het koor was een zwarte band geschilderd. De wand achter het orgel was eveneens zwart. Hoxwier. Even ten oosten van Mantgum, waar het binnenpad de Mantgummer vaart kruist, ligt het terrein van de state Hoxwier. De state werd in de 19e eeuw afgebroken en vervangen door een eenvoudige stelpboerderij. Het enige wat er nog van rest is de zwanendrift, een oud 'heerlijk recht', dat de rechthebbende toestaat zwanen te houden. Zelfs op het land van anderen, die op hun beurt de zwanen moeten dulden. Een last voor de boeren, omdat de uitwerpselen van de zwanen het gewas doden. Het is wel voorgekomen dat er 's winters 60 zwanen bij elkaar waren. De zwanendrift is de enige die nog in Nederland bestaat. De eigenaren van Hoxwier, resp. Heringa, Hoxwier, Galama, Hoppers, Aylva, Nederhof, Boelens, Lannoy, Doys, Burmania en Houth bezaten het recht om in de kerk te begraven. De wapens van enkele families vinden wij terug op de tekstbordjes.

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication