7

Verbouwing in de 19e eeuw De dorpskom van Mantgum is typisch 19e eeuws, vanwege een 12-tal oud-friese herenhuizen, gebouwd in neo-classicistische stijl met grote tuinen afgesloten door gietijzeren hekken. Eén tuin, aangelegd in engelse landschapsstijl, compleet met een prieeltje en een vijver, bevindt zich nog in originele staat. De huizen werden vanaf 1840 gebouwd door een burgemeester, een dokter en enkele boeren die gingen rentenieren. Vandaar dat zich achter het wagenhuis vaak een stal bevond waar naast paarden, enkele koeien gehouden konden worden. Naast deze particulieren was het de kerk die over ruime middelen beschikte, welke werden aangewend voor de aanleg van wegen, het bouwen van scholen en huizen, het afgraven van de terp en de aanleg van electriciteit. Men sprak daarom wel over “lyts Kanaän” (klein Kanaän) als men het over Mantgum had. Tegenover de kerk werd in 1869 een nieuwe pastorie gebouwd, een hoekpand met twee gelijke frontgevels. Op de zolder van dit huis vond de radiopionier I.H. Schotanus Steringa á Idserda de lamp uit waardoor het mogelijk werd om draadloos met elkaar te spreken. Het was het begin van de radio. Verderop, aan de weg naar het noorden staan vervolgens de voormalige bakker-boerderij, de armvoogdij-huisjes en een 18e eeuws kaaspakhuis. In het daaraan grenzende weiland is een “dobbe” bewaard gebleven, een drinkwaterplaats voor vee. Het regenwater dat op het weiland valt, wordt naar deze vijver geleid en blijft daarin staan, doordat de bodem bestaat uit ondoordringbare klei. De 19e eeuwse sfeer in het dorp wordt mede bepaald door het uiterlijk van de kerk, de toren en het gietijzeren hekwerk. Door een verbouwing onderging de middeleeuwse kerk een gedaanteverwisseling. Het ontwerp was van de plaatselijke timmerman Boorsma. Het werd aangepast op aanwijzijzing van de Leeuwarder architect J. Douma, die eigenlijk van mening was dat, gezien de hoge kosten van verbouwing, het beter zou zijn een geheel nieuwe kerk te bouwen met behoud van het bankwerk. De afbraak van de kerk ging niet door en de kerk werd tweemaal verbouwd. In de jaren 1866 en 1867 werden de muren verhoogd met een daklijst. De oude muur werd bepleisterd en voorzien van een frijnslag, alsof zij was opgebouwd uit grote blokken gele Bentheimer zandsteen. Het bovenste gedeelte van het middeleeuwse dak werd verwijderd en over het restant werd een nieuw dak aangebracht met een geringere dakhelling. Het aantal ramen werd vergroot en alle ramen werden in dezelfde vorm gehakt. Twaalf jaar later werd het interieur voltooid toen het gotische eiken tongewelf verstopt werd onder een vlak stucwerk. Ook de trekbalken en korbelen verdwenen onder het stucwerk en werden versierd met allerlei ornamenten. Doordat het stucwerk qua stijl past bij het snijwerk van het bankwerk en het orgel, is er een eenheid ontstaan, die dit interieur bijzonder mooi maakt. Orgel In 1879 bouwde L. van Dam uit Leeuwarden een nieuw orgel. Het werd geplaatst in een deftige kast: zwart met vergulde randjes. De beelden voorstellende hoop, geloof en liefde, zijn afkomstig van het vorige orgel uit 1844. Toren De toren met een zadeldak werd in 1868 naar de mode van de tijd vervangen door een toren met een spits. Op het vierkant werd als bekroning een gietijzeren rooster geplaatst. In de toren bevindt zich het uurwerk uit 1878 van A.H. van Bergen uit Heiligerlee, een klok uit 1896 van dezelfde firma en een klok uit 1499 van G. van Wou uit Kampen. Deze laatste klok luidt dagelijks om 8.00 uur, 12.00 uur en 18.00 uur, het zgn. Angelus-luiden. Op zaterdag niet om 18.00 uur maar om 19.00 uur als er ‟s zondags dienst is en op zondag één uur voor de dienst. Eén kwartier voor de dienst wordt met beide klokken geluid.

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication