48 Mandeguod te zijn. Het werd een tijd van 3 uur en 7 seconden.” Hoeveel marathons volgden? “Ik hou het niet zo bij, maar het moeten er tussen de 20 en 30 geweest zijn. Meestal loop ik er rond de drie per jaar.” Maar nog nooit een gewonnen. “Nee, ik ben twee keer tweede geworden, maar nog nooit eerste. Zo gaat het bij mij ook vaak bij kortere afstanden: vaak is er eentje sneller dan ik.” Bij de Berenloop lukte het eindelijk wel. Wanneer wist je: deze ga ik winnen? “Eigenlijk na 15 kilometer al. Tot dat punt liep ik samen met iemand die op de korte afstand sneller is dan ik. Maar hij had nog nooit een marathon uitgelopen. Toen hij na 15 kilometer achter mij kwam te liggen, wist ik het wel. Maar het blijft een marathon: er kan nog van alles gebeuren. Na 25 kilometer zei een fotograaf tegen me dat ik meerdere minuten voorsprong had op de nummer twee. Toen dacht ik: dan moet het wel heel raar gaan wil ik nu niet winnen.” Volgens kenners was het ‘de zwaarste editie van de Berenloop ooit’. “De omstandigheden waren niet ideaal, maar ik vind regen en wind wel lekker. Rondom Mantgum waait het ook altijd. En ik liep voorop. Overal waar ik kwam, stonden mensen die wisten dat ik de eerste was. Ik kreeg veel gejuich, dat geeft energie. Op grote stukken is het wel een eenzame tocht verder.” Hoe was het gevoel toen je de finish over kwam? “Het was mooi, en een beetje gek. Ze hadden me niet verwacht. Ze dachten dat ik de nummer 5 of 6 van de halve marathon was, die later was gestart en op de zelfde plek finishte. Ze hadden pas heel laat in de gaten dat ik de hele marathon liep, en konden nog net op tijd een lintje spannen. Maar natuurlijk: het was harstikke mooi. Ik ben niet heel uitbundig - en wist al 17 kilometer lang dat ik ging winnen - maar het is wel echt bijzonder. Ik denk wel mijn hoogtepunt op sportief gebied. Deze vergeet je niet.” Bij Rûnom Mantgum, de wedstrijd in je eigen dorp, werd je dit jaar tweede. Baal je daar dan extra van? “Nee, daar til ik niet zwaar aan. Ik doe het omdat ik het leuk vind. En of ik nou eerste, tweede, derde of vierde wordt, maakt me niet zoveel uit – natuurlijk wel een beetje. Maar er zijn altijd mensen die sneller zijn dan ik. Die doen er meer voor qua training, of zijn gewoon beter.” Wat doe en laat je er nu voor? “Ik sport zes dagen per week. Niet omdat het moet, maar het voelt gewoon lekker. Eigenlijk laat ik er niet zo heel veel voor. Ja, mijn voeding is in de basis goed en in de laatste week voor een
49 Online Touch Home