10

Groeneveldlezing 2019 Toen ik jong was… Als ik dieren observeerde, werd ik stil en rustig, een soort van meditatie. Dieren - en de natuur in het algemeen - werken voor mij als spiegel van de ziel : ze brachten me bij mijzelf. Toen ik acht jaar was, was ik er tijdens een kampeervakantie in Italië getuige van dat een stel mannen een ringslang doodsloegen. Dat greep mij enorm aan. Waarom doen ze dat, vroeg ik me af. Onbewust keek ik het beest, dat met open bek op zijn rug lag, diep in de ogen en daar was direct het antwoord op de vraag die ik stelde : “Die mannen weten niet dat ze zichzelf slaan”. Die ervaring gaf mij voor het eerst in mijn leven een gevoel van verbondenheid met alles om mij heen. Naarmate ik ouder werd begreep ik dat ook andere mensen ‘magic moments’, intense natuurervaringen, hadden. Ik was daar dus niet de enige in. Het gevoel van Eenheid in Verscheidenheid bleek dan ook een terugkerend thema waarvan ik mij steeds bewuster werd. Tijdens mijn eerste tropenreis in Sri Lanka was de kennismaking met de tropische natuur overweldigend. De warmte, de overdaad aan vegetatie, het dierenrijk, de mensen. Mijn ervaringen daar sloten aan bij wat ik als kind had ervaren in en met de natuur. Ik ontdekte dat meditatie en wildernis-ervaringen uit dezelfde bron komen. Later, tijdens een reis door India, realiseerde ik me dat de diversi teit van religies voortkwamen uit diversiteit in de natuur. Aan de Universiteit van Amsterdam specialis eerde ik me als biologiestudent in de tropische ecologie. Onder leiding van Professor Thomas van der Hammen en Professor Antoine Cleef deed ik onderzoek naar de invloed van landbouw op de oorspronkelijk páramo-vegetatie in de hoge Andes van Colombia. Ik leerde er hoe kwetsbare ecosystemen in rap tempo kunnen verdwijnen door menselijke invloeden, met alle schrijnende gevolgen van dien, en leerde ook hoe snel deze kwetsbare vegetatie zich weer kan herstellen als de omgeving dat toelaat. Door mijn verblijf bij arme boeren die leefden onder de armoedegrens zag ik in dat als we mensen niet helpen om een volwaardig bestaan op te bouwen, we nooit de natuur kunnen redden. De afgelopen 30 jaar heb ik vooral ook ervaren hoe snel de vernietiging gaat. De tropische páramo’s in de Colombiaanse Andes, waar ik tijdens mijn studie veldwerk deed, bestaan niet meer. Van landbouwer naar landschapsbouwer 10 1968

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication