0

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer Lezing van Willem Ferwerda ter gelegenheid van het in ontvangst nemen van de Groeneveldprijs 2019. 17 mei 2019.

Groeneveldlezing 2019 Uitreiking Dames en heren, De Stichting Groeneveld heeft tot doel het maatschappelijk debat over het gebruik van het landelijk gebied te bevorderen en huidige en toekomstige generaties bewust te maken van de betekenis van natuur en landschap voor de men se - lijke samenleving. Sedert 2000 reikt de Stichting jaarlijks de Groeneveldprijs uit aan een persoon of organisatie die zich bijzonder heeft ingezet voor het debat over natuur en landschap in Nederland. Willem Ferwerda heeft – zoals in het voorgaande is aangegeven – een bijzonder belangrijke rol gespeeld (en speelt die nog) in het debat over landgebruik. Hij heeft laten zien dat economische ontwikkeling en behoud van biodiversiteit en herstel van landschappen heel goed samen kunnen gaan. Daarbij wijst hij een weg die van essentiële betekenis is voor een duurzame toekomst. Bovendien laat hij nog iets anders zien. Een Britse natuurbeschermer zei ooit : “If graphs and statistics could save the world, they would have done so by now”. Voor een duurzame toekomst gaat het niet alleen om statistieken, technieken en beleidsnota’s. Er is meer nodig. Willem betoogt het niet alleen, maar laat het in zijn leven en werk ook concreet zien : voor een duurzame toekomst is het van groot belang dat we ons – in gevoel en ervaring – wezenlijk kunnen verbinden met de aarde, de natuur, de grote gemeenschap van leven waar we deel van uitmaken. Het is de Stichting daarom een groot genoegen de Groeneveldprijs 2019 uit te kunnen uitreiken aan Willem Ferwerda. Prof. dr. M.G.C. Schouten, namens bestuur stichting Groeneveld Uitreiking Groeneveldprijs 2019 door voorzitter Dhr. W.T. van Gelder, 17 mei 2019, kasteel Groeneveld, Baarn. Omslag: Regeneratieve en conventionele amandelteelt in de Altiplano Estepario, Spanje. 02

Groeneveldlezing 2019 Laudation Laudation - door Prof. dr. Matthijs Schouten. In een interview met Froukje Jansen en Annick de Witt in het boek ‘Duurzaamheid van binnenuit’ zegt Willem Ferwerda : “Toen ik acht jaar was waren we met het gezin in Italië en wandelde ik over de camping met mijn vader. Op een gegeven moment zagen we een groepje Italianen, van die grote kerels, die bezig waren met het doodslaan van een ringslang. Opgegroeid in Amsterdam had ik nog nooit in het wild een slang gezien. Nu lag hij daar achterover op zijn rug, met zijn bek open. Ik keek de slang recht in zijn ogen en we maakten meteen contact. Behoorlijk diep zelfs : Wat gebeurt hier ? Waarom doen ze dat ? Vroeg ik me af. Meteen kwam het antwoord van de slang bij me binnen : ze weten niet dat ze zichzelf slaan. Op dat moment viel alles op zijn plek. Ik voelde diep in mezelf dat alles één was. Het gaf me een verbonden heid met alles om mij heen en een begrip van de werkelijke wereld. De ervaring met die slang heeft me op een of andere manier wakker geschud.” Hier begint zich een eerste rode lijn af te tekenen in het leven en werk van Willem : een levensbeschouwelijke en spirituele lijn. Vragen met betrekking tot de relatie tussen mens en wereld en de samenhang der verschijnselen, zullen in zijn leven een belangrijke rol gaan spelen. Zo zal hij zich gaan verdiepen in de oosterse en tribale levensbeschouwingen. Daarbij gaat het hem niet zozeer om een rationele of filosofische analyse van de werkelijkheid, maar om de ervaring van verbondenheid met de wereld, zoals die in deze tradities naar voren komen. De natuur vormt een tweede rode lijn in zijn leven en werk. Het verhaal met de slang laat zien dat Willem al vroeg oog had voor de natuur en als jongen trok hij door de velden rond Amsterdam op zoek naar alles wat daar wild leefde. Hij gaat dan ook biologie studeren. Na zijn kandidaatsexamen neemt hij een jaar vrij en daarin wil hij de rijke planten- en dierenwereld van de tropen gaan verkennen. Het goedkoopste ticket dat hij naar een tropisch land kan krijgen is naar Sri Lanka. Zijn verblijf daar maakt hem duidelijk dat hij zich wil gaan specialiseren in tropische ecologie en zo komt hij in Colombia terecht voor zijn doctoraalstudie. Daar levende te midden van 03

Groeneveldlezing 2019 Laudation arme boeren realiseert hij zich hoe afhankelijk de mens is van de natuur en hoe kwetsbaar ecosystemen zijn en hoe makkelijk ze door menselijk toedoen beschadigd kunnen raken. Na zijn afstuderen sluit hij zich aan bij een groep biologen die een natuurreisorganisatie hadden opgericht en negen jaar lang ontwikkelt en begeleidt hij natuurreizen over de hele wereld en ziet hij ook hoe sterk de natuur mondiaal onder druk staat. De ambitie groeit om in de internationale natuurbescherming te gaan werken en hij wordt manager van een fonds dat zich richt op het behoud van regenwouden. Bijna vijf jaar lang is hij dan betrokken bij projecten die het fonds steunt in zo’n veertig landen. Daarbij gaat het enerzijds om het tegengaan van vaak illegale houtkap, anderzijds om het welzijn van de inheemse menselijke gemeenschappen die van het regenwoud afhankelijk zijn en om het behoud van bio diversiteit. Deze periode in zijn leven maakt Willem duidelijk dat de problemen rond het regenwoud voortkomen uit met elkaar in het geding zijnde waarden : winstmaximalisatie voor de hout exploitanten, de betekenis van het woud voor inheemse volkeren en de rol die ze spelen in het behoud van biodiversiteit. In 2000 wordt Willem directeur van het Nederlandse kantoor van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Dan komt een derde rode lijn in het leven en werk van Willem tot volle wasdom, een lijn die in zijn ervaringen met het regenwoudfonds was ingezet en die betrekking heeft op de relatie tussen economie en ecologie, tussen natuurbehoud en bedrijfsleven. In 2005 zet hij het programma Leaders for Nature op, een netwerk van prominenten uit het bedrijfsleven die optreden als pleitbezorgers voor duurzaam ondernemen en verantwoord omgaan met biodiversiteit. In 2006 neemt hij het initiatief om 84 CEO’s van grote bedrijven een open brief aan het kabinet te laten ondertekenen, waarin zij oproepen meer in te zetten op natuur en klimaat. Deze brief wordt ge publiceerd in het NRC-handelsblad. Dat leidt uiteindelijk in 2010 tot het tot stand komen van een akkoord inzake biodiversiteit tussen natuurorganisaties en de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Hij groeit in de overtuiging dat de zorg voor natuur niet alleen afhankelijk dient te zijn van financiering door overheden en fondsen voor goede doelen, maar dat natuurbehoud en natuurherstel ook onderdeel zouden moeten worden van economische en bedrijfsmatige modellen en scenario’s. 04

Groeneveldlezing 2019 Laudation In 2012 verlaat hij de IUCN en vindt een nieuwe wer kom geving aan de Erasmus Universiteit waar hij nog steeds verbonden is aan het Centre for Ecotransformation van de Rotterdam School of Management. Dan komen de drie rode lijnen die hiervoor geschetst zijn samen : inspiratie, ecologie en economie. Hij wordt initiatiefnemer en later ook CEO van de organisatie Commonland, mede geïnspireerd door de spectaculaire herstelprojecten op het door menselijk toedoen gedegradeerde Chinese Lössplateau; herstelprojecten die door het werk van de Chinees-Amerikaanse film- en documentairemaker John D. Liu wereldwijd veel aandacht kregen (Willem zal ook gaan samenwerken met Liu). Commonland heeft als doel om samen met internationale bedrijven en investeerders gedegradeerde landschappen weer groen, leefbaar en gezond te maken. Daarvoor werd het model van 4 returns ontwikkeld : return of investment, return of natural capital, return of social capital en return of inspiration. Voor investeerders levert dit model niet alleen geldelijke winst op investering op, maar ook natuurherstel, schepping van werkgelegenheid waardoor het platteland niet verder leegstroomt en – last but not least – nieuwe verbindingen, inspiratie, zingeving en betekenis. Ik zal hier niet verder het gras voor Willems voeten wegmaaien, want hij zal in zijn lezing zeker uitgebreid op Commonland ingaan. Belangrijk is wel te zeggen dat de organisatie boven verwachting succesvol is en nu al in een hele reeks landen concrete projecten heeft kunnen ontwikkelen. Het is niet verwonderlijk dat in 2016 het dagblad Trouw Willem op de eerste plaats zette van de Duurzame 100, de lijst van Nederlanders met de meeste invloed op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid. In 2017 sprak Willem de duurzame troonrede uit over herstel van het landschap als basis van de economie. Willem is verder als adviseur of bestuurder verder nog verbonden aan de World Land Trust (Engeland), de Charles Darwin Foundation (Galapagos, Equador), de IUCN Commission on Ecosystem Management en het door Prinses Irene opgerichte NatuurCollege. 05

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 06 Van landbouwer naar landschapsbouwer Geachte dames en heren, Wat een eer om hier te mogen staan en deze prijs in ontvangst te nemen. Ik doe dat namens mijn team, want zonder hen zou ik hier niet staan. Deze erkenning maakt me blij, want het onderwerp ‘duurzaam ecosysteembeheer’ is groot en laten we eerlijk zijn : het belangrijkste onderwerp van deze tijd. Het gaat namelijk over ons. Ons mensen, als deel van het grotere geheel. In deze eeuw van technologische zelfoverschatting, noopt dit gegeven ook tot enige bescheidenheid. Immers, van alle soorten is de mens slechts 0,01% van het leven op aarde. Bron : earthmaven.io Het verstandig beheren van landschappen Het verstandig beheren van ecosystemen gaat in de kern over onze verhouding tot ons zelf, tot de ander, en tot die vele andere soorten. Het gaat over onze relatie

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 07 tot technologie, en ons financieel-economisch systeem, of laat ik zeggen ‘geloofssysteem’. De laatste decennia heeft het ‘verstandig beheren van landschappen’ - en ik zal vanaf nu landschappen en eco systemen door elkaar heen gebruiken - weinig aandacht gekregen. Het goede nieuws is, dat dit aan het veranderen is. De jongere generatie roert zich met demonstraties in vele landen. En in maart heeft de algemene vergadering van de Verenigde Naties op voorzet van El Salvador het komende decennium de ‘Decade on Ecosystem Restoration’ genoemd. source : after Alfred Stikker Mijn queeste Een mijlpaal, dit door China, Brazilië, de VS, Rusland, Europa, en vele andere landen werd ondersteund. En dat is bijzonder in een tijd van polarisatie waarbij zelfs het Klimaatverdrag onder vuur ligt. Ook het recent verschenen rapport over biodiversiteit van het intergouvernementeel panel van de Verenigde Naties, IPBES, heeft meer aandacht gekregen dan ooit. Maar hoe doe je dat : grootschalig herstel van ecosystemen ? Is het mogelijk om in de veelheid van wetenschappelijke gegevens, de wereldmarkt, culturele en sociale ontwikkelingen, enige duiding te geven ? Duidelijkheid te creëren zodat gewone mensen begrijpen waarover het gaat om actie te kunnen ondernemen ?

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 08 Dat was mijn queeste de laatste jaren. Graag neem ik u mee in mijn zoektocht om te komen tot een universeel werkzaam model, dat ik mocht ontwikkelen op basis van de vele gesprekken met mensen, mijn eigen ervaringen en die van mijn collega’s. Daarbij ben ik ook terug gegaan naar mijn eigen inspiratiebronnen. Maar laat ik eerst beginnen met een sprong in de - om tijd in het kader van ‘Big History’ - perspectief te geven aan de 13,7 miljard jaar aan ‘innovaties’ die we op de aard hebben gezien. Vier innovaties op aarde 1 Volgens wetenschappers zou je kunnen zeggen dat we op aarde vier innovaties hebben meegemaakt : 1) het ontstaan van het waterstofatoom, 2) de levende cel, 3) het ontstaan van meercellige organismen en 4) het ontstaan van de mens. Zo zijn we van een anorganisch systeem via een biologische evolutie beland in een kennis-evolutie. En daar zitten we nu middenin, zoals dit plaatje laat zien. En zo gaan we van de Big History naar onze menselijke geschiedenis, die zo’n 10.000 jaar geleden begon. We noemen de laatste eeuwen sinds 1800, de grote versnelling. Wij danken dit aan de ontwikkeling van technologie op het gebied van energie (oliewinning en brandstof motor), de medische wetenschap, de kunstmest en voeding. 1. Allerd Stikker (2019): Code Oranje.

Groeneveldlezing 2019 Versnelling Dit heeft geleid tot de nodige consequenties met name op het gebied van de ecologie, of beter gezegd de biodiversiteit. De boodschap van het VN rapport vorige week (IPBES) was duidelijk : ons ‘life support system’ loopt groot gevaar. Men schat dat de snelheid van uitsterven van soorten een factor 100 tot 1000x is vergeleken met het uitsterven zonder tussenkomst van de mens. We noemen dit de zesde uitstervingsgolf. De oorzaken kent u : ontbossing, erosie, verdroging, vervuiling, over bejaging, overbevissing, invasieve exoten die inheemse soorten verdringen, maar oorzaak nr. 1 is toch vooral het omzetten van natuurlijke gebieden naar gebieden voor menselijk gebruik. De veerkracht die intacte ecosystemen brengen, wordt hiermee ernstig bedreigd. Met het verlies van biodiversiteit verliest de grond zijn vruchtbaarheid op de lange termijn. Volgens het World Resources Institute is nu meer dan 2 miljard hectare van de wereldwijde ecosystemen gedegradeerd, een gebied zo groot als de Verenigde Staten en China samen. Vijfhonderd keer de oppervlakte van Nederland. Gedegradeerd wil hier zeggen dat de ecologische functies van het systeem afnemen, met als directe consequentie dat de voedselproductie, het watervasthoudend vermogen, de opslag van koolstof, en daarmee de algemene leefbaarheid, in gevaar komen. Ik schets bovengenoemd referentiekader niet als doem - scenario, maar omdat het tevens de oplossingen in zich heeft. Maar voor dat ik over oplossingen begin, wil ik eerst iets delen over mijn eigen achtergrond. De natuur heeft me sinds ik me er meer bewust van werd als kind, diep geraakt en doet dat nog steeds. Ik groeide op in Amsterdam en was veel te vinden rond de velden in het buitengebied. Daar zocht ik naar alles wat over de grond kroop : insecten, kikkers, salamanders en kleine zoogdieren. Van landbouwer naar landschapsbouwer 09

Groeneveldlezing 2019 Toen ik jong was… Als ik dieren observeerde, werd ik stil en rustig, een soort van meditatie. Dieren - en de natuur in het algemeen - werken voor mij als spiegel van de ziel : ze brachten me bij mijzelf. Toen ik acht jaar was, was ik er tijdens een kampeervakantie in Italië getuige van dat een stel mannen een ringslang doodsloegen. Dat greep mij enorm aan. Waarom doen ze dat, vroeg ik me af. Onbewust keek ik het beest, dat met open bek op zijn rug lag, diep in de ogen en daar was direct het antwoord op de vraag die ik stelde : “Die mannen weten niet dat ze zichzelf slaan”. Die ervaring gaf mij voor het eerst in mijn leven een gevoel van verbondenheid met alles om mij heen. Naarmate ik ouder werd begreep ik dat ook andere mensen ‘magic moments’, intense natuurervaringen, hadden. Ik was daar dus niet de enige in. Het gevoel van Eenheid in Verscheidenheid bleek dan ook een terugkerend thema waarvan ik mij steeds bewuster werd. Tijdens mijn eerste tropenreis in Sri Lanka was de kennismaking met de tropische natuur overweldigend. De warmte, de overdaad aan vegetatie, het dierenrijk, de mensen. Mijn ervaringen daar sloten aan bij wat ik als kind had ervaren in en met de natuur. Ik ontdekte dat meditatie en wildernis-ervaringen uit dezelfde bron komen. Later, tijdens een reis door India, realiseerde ik me dat de diversi teit van religies voortkwamen uit diversiteit in de natuur. Aan de Universiteit van Amsterdam specialis eerde ik me als biologiestudent in de tropische ecologie. Onder leiding van Professor Thomas van der Hammen en Professor Antoine Cleef deed ik onderzoek naar de invloed van landbouw op de oorspronkelijk páramo-vegetatie in de hoge Andes van Colombia. Ik leerde er hoe kwetsbare ecosystemen in rap tempo kunnen verdwijnen door menselijke invloeden, met alle schrijnende gevolgen van dien, en leerde ook hoe snel deze kwetsbare vegetatie zich weer kan herstellen als de omgeving dat toelaat. Door mijn verblijf bij arme boeren die leefden onder de armoedegrens zag ik in dat als we mensen niet helpen om een volwaardig bestaan op te bouwen, we nooit de natuur kunnen redden. De afgelopen 30 jaar heb ik vooral ook ervaren hoe snel de vernietiging gaat. De tropische páramo’s in de Colombiaanse Andes, waar ik tijdens mijn studie veldwerk deed, bestaan niet meer. Van landbouwer naar landschapsbouwer 10 1968

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 11 Ze zijn afgebrand en daarna omgezet in landbouw, met als gevolg vervuiling, erosie, modderstromen, en verlies van vele soorten. Tijdens vluchten over de regenwouden van Zuid-Amerika zag ik hoe het bos onder me op schrikbarende wijze verdween. Het oerwoud veranderde in een ‘visgraatplandschap’, zoals te zien op de foto op de volgende pagina, waarin een aangelegde weg steeds meer ‘aftakkingen’ kreeg en ruim baan gaf aan houtkap, mijnbouw, oliewinning en tenslotte de aanleg van enorme landbouwgebieden voor bijvoorbeeld soja, oliepalm en maïs. Werkzaam in het regenwoud, Costa Rica, 1992 Onderzoek naar herstel van het Colombiaanse páramo-ecosysteem, 1985. Afbranden van de páramovegetatie van landbouw, Colombia.

Groeneveldlezing 2019 Landschapspijn Miljoenen hectares met een enorme verscheidenheid aan flora en fauna zag ik veranderen in groene woestijnen, en daarna in kale, door de mens gecreëerde gebieden waar wind en water vrij spel kregen. Met een bijbehorende tragiek die voor vele inheemse volkeren ondraaglijk is. Een proces dat gewoon doorgaat tot op de dag van vandaag, zoals ook blijkt uit de vele satellietfoto’s (zoals deze van West-Rondonia 1975-2009, Brazilië). Door de pijn die ik voelde bij dit soort beelden en die ik soms herkende bij andere mensen, realiseerde ik me dat deze ‘ecosysteemcrisis’ een diepere existentiële laag bij mij aanboorde. De buitenkant van de natuur om mij heen, was doorgedrongen tot de binnenkant van mijn bewustzijn, mijn ziel. Jaren later wist Jantien de Boer dit gevoel goed te verwoorden : ‘landschapspijn’. Van landbouwer naar landschapsbouwer 12 Aluna Ontbossing in Rondonia, Brazilïe, 1975 en 2009. Bron: NASA. Mijn verblijf in Zuid-Amerika bracht mij ook bij het begrip Aluna van de inheemse Kogi’s in Colombia. Een indianenstam die nooit was gekoloniseerd en een teruggetrokken leven leidde in het hooggebergte van de Sierra Nevada de Santa Marta, gelegen aan de Caribische kust, niet ver van Aruba. Ik bezocht ze in 1985. In zijn film ‘The Elder Brothers Warning’ van de Britse schrijver en filmmaker Alan Ereira, legt een Kogi-oudere uit wat onder Aluna wordt verstaan :

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 13 Bron : The Elder Brother’s Warning, Alan Ereira (1989) Naast de Kogi waren er vele inspiratiebronnen die mij vormden : natuurwetenschappers zoals Von Humboldt en Darwin, filosofen als de Noorse bioloog Arne Naess, grondlegger van de Deep Ecology-beweging, en businessmensen als Doug en Kriss Tompkins - oprichters van kledingzaken als Esprit en The North Face. Zij hebben honderdduizenden hectares in Chili en Argentinië opgekocht, hersteld en daarna teruggegeven als nationale parken. En Ibrahim Abouleish van het landbouwbedrijf Sekem in Egypte en Ray Anderson, oprichter van Interface, die zich hard maakten voor een bedrijf zonder ecologische voetafdruk. Zowel Tompkins, Abouleish als Anderson (helaas allen te vroeg overleden) heb ik mogen ontmoeten en ze inspireren me nog steeds. Denkers en doeners, doeners en denkers Zo herinner ik me Ray Anderson tijdens een lezing hier in Kasteel Groeneveld, waar hij zei : “We have a choice to make during our brief visit to this beautiful blue and green living planet : to hurt it or to help it.” Denkers en doeners, doeners en denkers. Na mijn afstuderen ging ik werken bij natuurreisorganisatie SNP, waarna ik na verschillende initiatieven in de negentiger jaren begon bij de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN in Amsterdam. In de zeventien jaar bij IUCN NL, waarvan twaalf jaar als directeur, mocht ik 1500 natuurbeschermingsprojecten financieren in 40 landen in het kader van internationale samenwerking, met geefgeld dus. Natuurbescherming Kris en Doug Trompkins Ray Anderson Arne Naess Ibrahim Abouleish

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 14 is voornamelijk afhankelijk van filantropie en overheidssteun en die zijn meestal korte termijn en beperkt. Het was dankbaar werk, maar de grote frustratie in die jaren was dat als wij tijdelijk in staat bleken bijvoorbeeld ergens 1.000 hectare te beschermen, er tegelijkertijd in de directe omgeving een 50.000 hectare natuur verdween, bijvoorbeeld voor de aanleg van industriële landbouw voor palmolie of soja. Het was onmogelijk om op te boksen tegen de enorme economische belangen van bedrijven en overheden. Biodiversiteitsbehoud en -herstel was geen prioriteit van overheden en met minder dan 5% van de mondiale filantropie, evenmin. De kosten van natuur In 2008 werd ik geïnspireerd door de TEEB-studies (The Economics of Ecosystems and Biodiversity), waarbij economen de kosten van natuur in kaart brachten om de businessgemeenschap te betrekken bij natuurbehoud en -herstel. Samengevat gaf de eerste studie aan dat het verlies aan mondiale natuur de samenleving jaarlijks biljoenen dollars kost. Volgens een conservatieve schatting uit 2008 was dat 78 biljoen dollar (een 1 met 12 nullen). Ter vergelijking : het bruto mondiale product was dat jaar 76 biljoen dollar. Dit soort studies zijn sindsdien van groot belang geweest om het onderwerp op de kaart te zetten bij overheden en het bedrijfsleven, op plaatsen als het World Economic Forum. En dat is goed nieuws ! Bron : www.teebweb.org

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 15 In deze jaren begon ik mij steeds meer af te vragen of er geen praktische methode is om natuur op een systemische wijze met businessmodellen duurzaam te beheren en te herstellen. Want een gezonde, duurzame economie is volledig afhankelijk van gezonde ecosystemen, van landschapsherstel, herstel van voorheen vruchtbare gronden en uiteindelijk van een economisch systeem van regeneratieve, of natuurinclusieve landbouw. Er verschenen steeds meer studies, maar het geld om een transformatie bij landeigenaren en boeren op gang te krijgen bleek niet te vinden. Een grootschalig mondiaal programma voor het leeggelopen platteland, voor de mensen die woonden in en afhankelijk waren van de natuur en het land, de boeren, inheemse volkeren, vissers, terreinbeheerders, jagers en veehouders, houtvesters, etcetera, bestond niet. Ondanks de vele goede initiatieven vanuit de duurzame landbouw en natuurbeweging, kwam er te weinig op gang. Terwijl de steden blijven groeien en de migratie enorme vormen aanneemt… Technisch weten we al lang dat grootschalig herstel mogelijk is. Er zijn talloze kleine en grote voorbeelden. We weten wat we moeten doen. Het Loess Plateau Bron : Kosima Lin

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 16 De beelden van mijn collega John D. Liu uit het Loess plateau van China lieten dat zien. De les van het Loessplateau was dat herstel van ecologische functies een nieuwe lokale economie met banen heeft gegenereerd waardoor armoede afnam en onderwijs is toegenomen. Maar hoe pak je dat aan op grote schaal en in gebieden waar niet de Staat de eigenaar is zoals in China, maar waarbij je te maken hebt met vele landeigenaren, lokale ondernemers en overheden en andere belanghebbenden, zoals in de meeste landen ? In 2012 nam ik na zeventien jaar afscheid van IUCN NL maar bleef verbonden aan de internationale wetenschappelijke commissie ‘Ecosysteembeheer’ van IUCN en verbond me aan de Rotterdam School of Management. Op deze manier kon ik de businesswereld en de ecologie blijven volgen. Mijn doel was om tijdens een sabbatical praktische antwoorden te vinden op de vraag of een systemische aanpak van ecosysteemherstel op landschapsniveau mogelijk was. Deze aanpak moest lokale mensen binden om het echt anders te gaan doen. Te vaak had ik aan tafel gezeten en begrepen mensen elkaar niet. Hoe dat te veranderen ? Herbebossing van het Loessplateau, 1996 en 2013. Bron : Michiel Damen, Universiteit Twente.

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 17 Mijn droom was om één taal en model te vinden om ecosystemen te herstellen, die het jargon van experts kon vervangen en tegelijkertijd zou leiden tot concrete en meetbare acties in het veld zodat op den duur ook bedrijven, overheden en investeerders zouden aanhaken. Het moest praktisch en meetbaar zijn, en experts moesten er zich in kunnen vinden. En het model moest leiden tot ontwikkeling van grote investeerbare groene herstelprojecten. Of zoals investeerders dat noemen : pijplijn. Van ego naar eco Kortom, het model moest van lineair -ego- gericht gaan om inclusief-eco-gericht te worden, zoals dit plaatje mooi laat zien. Mijn zoektocht duurde meer dan een jaar. In die tijd reisde ik de wereld rond om vooral boeren en inheemse volkeren, businessmensen en investeerders te interviewen. Ik stelde ze twee vragen : wat is je grootste frustratie ? En wat is je droom ? Een model dat rekening houdt met, landbouw, water, voedsel, veiligheid, banen, business, infrastructuur, incesteringen en ecologie als basis heeft. Bron : Society 3.0. De antwoorden waren verrassend identiek. De boeren vertelden : “Wat mij het meest frustreert is, dat ik het land omwille van efficiëntie niet in een betere conditie aan mijn kinderen kan overdragen.” Ze droomden ervan de ecologische balans van hun land te herstellen en goed te kunnen leven van hun producten. “Als boer heb ik behoefte aan een lonkend perspectief.” Boer Niels, nabij Rotterdam “Iedereen moet baadt hebben bij landschapsherstel, niet alleen boeren. Iedereen.” Boer Piet Kruger, Baviaanskloof.

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 18 Of zoals een Indiase boer me vertelde toen ik hem vroeg waarom zijn akker er zo goed bij stond in vergelijking met de omringende akkers : “When I realized that restoring the soil was restoring my soul, I started to cultivate with nature.” De investeerders (met name van pensioenfondsen) waren klaar met de focus op uitsluitend financiële resultaten. Ze misten zingeving en werden geconfronteerd met vragen van de volgende generatie, vragen van hun kinderen en jonge medewerkers. De investeerders werden met hun investeringsbeslissingen in de oude degradatie-economie geconfronteerd. Ze zeiden dat ze het liefst in positief maatschappelijke projecten wilden investeren maar dat deze projecten amper te vinden waren. Kortom, er was geen projectenpijplijn en dus geen grote investeerbare projecten. De vraag was dus : hoe herstel je grootschalig landschappen met belanghebbenden en op basis van business cases ? Mede naar aanleiding van deze interviews publiceerde ik bij RSM en IUCN het nieuwe model voor landschapsherstel : 4 returns, 3 zones, 20 years. Uitgangspunt is dat ecosysteemdegradatie door menselijk handelen altijd een gevolg is van winstoptimalisatie per hectare. Vergelijk ‘Optimization of Return on Investment per hectare’, met optimalisatie van soorten en hun omgeving eens met elkaar. Het bracht me bij het belang van het woord RETURN, de RE van Revitalisatie en Regeneratie, etc. Optimalisatie per hectare De trieste realiteit is dat ecosysteemdegradatie (opt ROI/.ha) op deze manier overal ter wereld op business schools nog steeds wordt onderwezen. Nog afgezien van de vele businessmodellen en ecologische kennis die mogelijk te ontwikkelen zijn, gaat het bij landschapsherstel om vier enorme uitdagingen : - Is het mogelijk één praktisch model te creëren dat door iedereen begrepen wordt ? - Hoe overstijgen we de vluchtige kortetermijnbelangen ? - Hoe doorbreken we het ‘silo’ denken & doen naar een holis tische manier van denken & doen ? Boeren uit resp. Zuid-Afrika, Nederlands, Haïti en Spanje (2x). Bron: Commonland.

Groeneveldlezing 2019 Van landbouwer naar landschapsbouwer 19 - En bij wie kunnen we geld aantrekken om een proof of concept te ontwikkelen ? Mede om het gat te dichten tussen ecologie en de volgende generatie business leaders hebben we een offline en online programma opgezet op het gebied van ecosystem restoration bij business schools. De twee online cursussen (MOOCS) worden inmiddels gevolgd door duizenden studenten. Een model om ecosystemen te herstellen moest eigenlijk 180 graden anders zijn dan het huidige economische geloofssysteem dat we de afgelopen eeuwen hebben ontwikkeld. Het ‘geloof’ moest eruit, en het realisme van de natuurwetenschap moest erin. Dat betekende dat het model transformatief moest zijn voor iedereen die ermee werkte, en tegelijkertijd niet te complex mocht zijn. Ik noem dat vaak : “van holistisch tussen de oren naar systemisch op het land”. De kunst daarbij was om zoveel mogelijk belanghebbenden te verbinden met elkaar op basis van een gemeenschappelijk belang. Ook daar waren in de praktijk al veel voorbeelden van te vinden. In mijn versimpelde analyse levert aantasting van ecosystemen vier punten van verlies op : verlies van zingeving, verlies van banen, verlies van biodiversiteit en verlies van economische activiteit. Bron : Ferwerda, W.H. (2015). 4 Returns, 3 zones, 20 years: A Holistic Framework for Ecological Restoration by People and Business for Next Generations. RSM/ IUCN CEM.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses naar vier returns Van vier verliezen naar vier opbrengsten Het uitgangspunt is eenvoudig : een weldoordacht landschapsherstelplan met duurzame business cases zet deze 4 verliezen om in 4 returns, oftewel 4 opbrengsten : van verlies van biodiversiteit naar toename van biodiversiteit, zo gaan we van banenverlies naar banencreatie; van economisch verlies naar economische winst; en van zinloosheid naar zingeving. Deze integrale aanpak in het landschap zorgt ervoor dat het financieel rendement duurzaam is : zonder de eerste 3 returns is dat niet mogelijk. 20 Return of Inspiration (1), Ik realiseerde mij dat de eerste en belangrijkste return die van ‘Return of Inspiration’ is. Het is een opening naar een eenheidsgevoel dat iedereen diep in zich voelt maar niet durft te benoemen. Door deze bovenaan in een model te gieten en te combineren met de andere returns was de eenheid terug. We kunnen mensen hoop geven en laten zien dat het anders kan. Dat begint met luisteren naar lokale wensen en verlangens en lokale karakteristieken, want iedere streek is anders en de bewoners hebben er hun eigen specifieke ‘sense of place’, vaak gekoppeld aan trots. Als je mensen zo meekrijgt, kun je elk ecosysteem herstellen. Dat proces begint met vragen stellen, luisteren en inspireren. Als we geen rekening houden met de Sense of Place, krijg je mensen die zich niet serieus genomen voelen. Bron : Ferwerda, W.H. (2015). 4 Returns, 3 zones, 20 years: A Holistic Framework for Ecological Restoration by People and Business for Next Generations. RSM/ IUCN CEM.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns De Return of Social Capital (2) brengt werkgelegenheid, onderwijs, en sociale zekerheid terug. Gedegradeerde landschappen zijn vaak kale, droge, ook leeggelopen en verlaten gebieden waaruit veel leven verdwenen is. Om daar via banen en bedrijfsactiviteiten weer leven te creëren, naast onderwijs en veiligheid, zullen de landgebruiks - activiteiten herstellend moeten zijn. De Return of Natural Capital (3) gaat om herstel van biodiversiteit, bodem, vegetatie en waterhuishouding, verhoogt de absorptie van CO2 en vermindert erosie. Het is de essentie van het terugbrengen van ecologische functies in het ecosysteem. De Return of Financial Capital (4) zorgt voor duurzame winst op de lange termijn met een evenwichtig risicoprofiel. Landschapsherstel begint met het zien van nieuwe mogelijkheden. Een gezamenlijk gedragen visie kan een landschap nieuw leven inblazen en leidt tot werkgelegenheid en bedrijvigheid. Een duurzame aanpak herstelt niet alleen het land, maar ook de gemeenschap, en houdt het gezond voor de volgende generaties. Om de 4 Returns concreet bij boeren en ondernemers ter plekke te laten landen, is een gebiedsindeling in herkenbare landschapszones van belang. In elk landschap identificeren we nu drie zones : een natuurlijke zone, een gemengde zone (ook wel ‘natuurinclusieve of regeneratieve’ zone) en een economische zone. Hier ziet u een voorbeeld. Zonering De Natuurlijke zone heeft ten doel de ‘ecologische motor’, de biodiversiteit van het gebied weer te herstellen. De inheemse vegetatie, bodem en waterhuishouding worden hersteld zodat de soortenrijkdom, bodemvruchtbaarheid en absorptie van CO2 in de bodem toenemen. Deze zone genereert naarmate de jaren verstrijken een scala aan producten, zoals bosproducten, wild, bestrijding van plagen, water en toerisme. In de Gemengde zone wordt de bodemvruchtbaarheid hersteld met een mix van economisch productieve planten 21

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns en bomen, een soort van ‘voedselbossen’, die de grond vasthouden en opbouwen. Deze gebieden produceren bijvoorbeeld vruchten, noten, hout, toerisme, soms met gecontroleerde veeteelt, terwijl ze tegelijkertijd bijdragen aan bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Deze zone ontbreekt wereldwijd, en zou je ook de Zone van de Veerkracht kunnen noemen. De Economische zone is het kerngebied waar de hoogste economische productiviteit kan worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld met intensieve duurzame landbouw en veeteelt, plantages, vastgoed, industrie en infrastructuur. De productiviteit van deze zone is direct afhankelijk van de andere zones. 22 Daarnaast moest er een tijdslijn komen die lang genoeg was voor ecologisch herstel en die tevens realistisch moest zijn voor overheden en investeerders. Ik koos voor 20 jaar, één generatie en nog net te bevatten voor plannenmakers en pensioenfondsen. Samenvattend hebben we dat als volgt weergegeven. Bron : Ferwerda, W.H. (2015). 4 Returns, 3 zones, 20 years: A Holistic Framework for Ecological Restoration by People and Business for Next Generations. RSM/ IUCN CEM. Bron : Commonland

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Van belang is ook dat we impact kunnen meten en monitoren. Dat doen we aan de hand van aantal eenheden per return en per landschapszone, die uiteraard ook verder uitgewerkt zijn. Ik laat het hier alleen voor kennisgeving zien. 23 Bron : Commonland Oprichting Commonland In 2013 werd Commonland opgericht en konden Michiel de Man en ik beginnen om projecten te implementeren die gebruik maakten van dit 4 Returns framework. Zo begon de testfase waarin we in vier landschappen aan de slag gingen. Allereest moesten we landschappen gaan selecteren op basis van een set criteria, zoals lokale mensen die open staan voor verandering, boeren of NGO’s. Ook begonnen we in landen waar goede mensen te vinden waren, mogelijke business cases waren en waar de ecologie zichtbaar hersteld kon worden in 20 jaar. Vier landschappen Bron : Commonland

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Zo zijn we in 2014 begonnen in de Altiplano van Zuid-Spanje, het stroomgebied van Port Elisabeth in Zuid-Afrika, de droge ontboste vlakte van West-Australië nabij Perth, en in 2016 in het veenweidegebied rondom Amsterdam. Het werd onze proof of concept. De Theory U De eerste stap en essentieel onderdeel is het ingang zetten van de Return of Inspiration bij de lokale mensen. We werken daartoe met een co-creatiemodel dat gebaseerd is op de Theory U, zoals die ontwikkeld is door het Presencing Institute van MIT in de VS. Dit proces is geen lineair stappenplan of projectaanpak, maar een cyclisch proces. De U is in feite een bewustwordingsproces dat je samen met anderen aangaat zodat er begrip en invoelingsvermogen ontstaat, om te komen tot een gemeenschappelijke landschapsvisie en zelfs een plan van aanpak. Door dit model in te zetten met trainers konden we lokaal geleide Landschapsherstel Partnerships opzetten met een gemeenschappelijk doel : het herstel van de gemeenschap, het land en het opzetten van business cases die positief uitwerken op het ecosysteem. Regelmatig houden we U-sessies met boeren en landeigenaren om samen de puzzel van het landschap te leggen, die gekoppeld is aan hun eigen 24 Bron : Otto Scharmer, Presencing Institute, Living Lands.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns puzzel van bewustzijn. In de praktijk hebben we ervaren dat deelnemers soms enorm ontroerd raken. Voor het eerst begrijpen ze in welk stukje ze zitten van de grote puzzel, die ze nooit voor ogen hadden. In voorbereidende sessies op de plekken waar Commonland actief is, hebben we soms boeren en burgemeesters huilend aangetroffen. Zij zeiden : “Nu begin ik pas te begrijpen wat er met mijn landschap aan de hand is. Nu kan ik ook iets gaan doen.” (Of zoals een boer in Zuid Afrika onlangs zei : “Dankzij dit proces hebben we kennis gemaakt met de satellite view en de helicopter view, zodat de juiste stappen kunnen maken vanuit onze tractor view.”) De 4 Returns en 3 zones waren daarna de stappen die nodig waren om het concreet te maken, waarbij gedacht konden worden in nieuwe business cases die landschapsrestauratie ten goede komen. Altiplano Estepario in Spanje Laat ik u meenemen naar het Altiplano-gebied in Zuid-Spanje. Dankzij dit U-proces richtte de kerngroep boeren en ondernemers binnen enkele maanden een lokale Landschapsherstel Partnership op en noemde het naar de streek, afgekort de 4 Returns-associatie Alvelal, met inmiddels 240 leden. Bron : Commonland 25

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns 26 Deze hoogvlakte op 1000 m is al eeuwen ontbost en overbegraasd. De steeneik-oerbossen zijn verdwenen sinds de Romeinen hier kwamen en momenteel is het een kerngebied van de amandelteelt, dat door verdroging en erosie enorm kwetsbaar is geworden. Ook hier trekken mensen weg. Alleen al de laatste 10 jaar hebben 170.000 mensen het platteland van Andalusië verlaten en zijn vertrokken naar de stad. De enige toekomst voor deze regio is dat jonge mensen en gezinnen weer heil zien in zo’n landschap. Dat ze zien en geloven dat zij met de juiste technologie, de aangepaste vormen van landbouw, nieuwe of traditionele activiteiten kunnen opzetten in zulke gebieden. Dat deze verlaten, verdroogde en geërodeerde landschappen weer leefbaar worden. Dat lijkt te lukken. Bron : Commonland Onder leiding van een lokaal team zijn tal van activiteiten geïdentificeerd op het gebied van natuurherstel, bomen planten, regeneratieve amandelteelt, het (kernproduct van het gebied) en waterbeheer. Bron : Commonland

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Samen met onze collega’s hebben de boeren de 3 zones in een visionaire kaart weergegeven over 20 jaar. Het is een proces waarbij de boeren zelf het land opnieuw zijn gaan inrichten. Een spannend en bijzonder proces. Kaarten van de zones in Spanje Er worden workshops gegeven over regeneratieve landbouw. Na twee jaar draait er een bedrijf in regeneratieve amandelteelt. Natuurlijke zone nieuw natuurgebied hersteld natuurgebied nieuwe natuurpassage 27 Natuurlijke zone : 5 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha Natuurlijke zone : 20 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha Gecombineerde zone regeneratieve boerderij regeneratieve boerderijen en hersteld natuurgebied Gecombineerde zone : 5 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha Gecombineerde : 20 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha Economische zone economisch gebied nieuwe toeristische route dorp bezienswaardigheden Economische zone : 5 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha Economische zone : 20 jaar Spain - Altiplano 1.000.000 ha

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Swales in Spanje Wat is er tot nu toe geleerd ? Dat het 4 Returns model werkt. Steeds meer monoculturen van amandelplantages worden omgezet naar de ‘gemengde regeneratieve’ zone waarin water in op hoogtelijnen gelegde geulen – swales – wordt vastgehouden, groenbedekking met leguminosen en aromaten tussen de bomen wordt aangelegd, met ploegen wordt gestopt en compost wordt gebruikt om het bodemleven te herstellen. 28 Voorbeeld van landschapsherstel in Spanje. Bron : Daan van Coeverden Volgelopen geulen op hoogtelijnen (swales) tijdens een schaarse regenbui in Spanje. Bron : AlVelAl.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Het creëren van een soort ‘voedselbossen’ is het doel van het eerste 4 Returns bedrijf, de coöperatie ‘Almendrehesa’, dat nu drie jaar bestaat en al regeneratieve biologische amandelen exporteert naar Duitsland en Engeland. In de natuurlijke zone is men bezig steeneiken en jeneverbessen te planten en in de economische zone werken we met toerisme en worden de producten lokaal verwerkt. Hoe bijzonder het werkt blijkt wel uit het feit dat boeren en lokale bewoners zelfs rotstekeningen zijn gaan aanleggen met lavendel op een 16 ha grote landschapsschildering. Het concept slaat vooral heren aan bij lokale mensen en steeds meer ook bij de regionale overheid, die steun heeft toegezegd. Monitoren in Spanje 29 De grote uitdaging is het meten (monitoring) van de 4 Returns in de zones. Daar zijn we mee begonnen in een baseline. Ook daar hebben we nog vele stappen te maken, maar van belang is dat steeds meer lokale mensen dat ook willen weten en mee gaan helpen. Eigenbelang wordt zo verbonden met algemeen belang van de Commons. Het AlVelAl 8000 kunstproject, waarvoor oude grottekeningen zijn nagemaakt met aromatische kruiden die herstellend zijn voor het land. Bron: AlVelAl.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns 30 Na vijf jaar kunnen we zeggen dat het model werkt in Spanje, waar een groter groeiende groep boeren, landeigenaren en gemeentes de basis legt voor een herindeling van het land op basis van ecologische en sociale principes. Hoogtepunt was de erkenning van de Andalusische overheid aan Alvelal tijdens een bijzondere ceremonie : de overhandiging van de Andalusische vlag. Zo werken we verder aan het onderbouwen van de 4 Returns in het veld. Zuid-Afrika

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns In het gedegradeerde gebied van de Baviaanskloof in Zuid-Afrika zijn lokale partners en boeren de overbegrazing door geiten aan het vervangen door de teelt van lavendel en rozemarijn, en worden de kale hellingen hersteld met aanplant. Ook voor deze 4 Returns boerencoöperatie vonden we met onze lokale partners investeerders om een distillatiefabriek te bouwen en de regeneratieve aromatische oliën naar de markt te brengen. Nederland 31 In Nederland timmert Wij.land - Commonland Nederland – sinds begin 2017 aan de weg in de Noord-Hollandse en Utrechtse veenweidegebieden, een gebied van 125.000 ha. We werken met boeren én natuurorganisaties aan een regeneratieve vorm van melkveehouderij, waar een gezonde bodem die natuurlijk wordt beheerd centraal staat. We faciliteren de samenwerking tussen natuurorganisaties en boeren. Inmiddels zijn meer dan 35 boeren actief aan de slag met hun bodem op meer dan 300 ha. We maken met een aantal van hen natuurbedrijfsplannen voor de transitie van het gehele bedrijf naar natuur-inclusief. En er draait een zuivelfabriek die voor Amsterdam natuur-inclusieve melk produceert – lokale productie voor de lokale markt. Vanwege de vraag van andere landschappen in Nederland doen nu meer dan 80 mensen mee met een U-lab om in hun eigen gebieden een co-creatieproces op te zetten. Samen met de Nederlandse overheid zijn we dit proces gestart en hebben het genoemd ‘Voor de Oogst van Morgen’.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns Australië 32 In West-Australië is het anders gegaan. Wij zijn daar begonnen met het verhaal te vertellen via de ontwikkeling van een 4 Returns bedrijf : Wide Open Agriculture. Dat bleek in 2014 daar de beste invalshoek. Het bedrijf produceert voedsel zoals granen en groenten en werkt aan natuurlijke boszones, zodat in alle drie de zones wordt gewerkt. Het is in 2018 naar de Australische beurs gebracht als testcase om te bekijken of we commercieel geld konden aantrekken met een holistisch businessmodel. Dat was een sprong in het diepe. Toen dat lukte in juni 2018, met de lokale boeren als de meeste aandeelhouders, realiseerden we ons dat de 4 Returns aanpak echt zou kunnen aanslaan naar de rest van de wereld. Het was een doorbraak. Het herstellen en duurzaam beheren van de ecologie van landschappen is mensenwerk. Wij leren elke dag dat in het contact met boeren, ondernemers en natuurbeschermers we vooral moeten luisteren en inspireren. Daarbij gebruiken we eenvoudige taal en vermijden we jargon. Het sociale proces is de sleutel tot succes. Ik herhaal ‘m nog maar een keer : Als je mensen meekrijgt, kun je ieder ecosysteem herstellen. Geleerd is ook dat het vier tot vijf jaar kost voordat de eerste business case staat. Het duurt even voordat er winst wordt gemaakt. Dat er uiteindelijk winst, Return on Investment, wordt gemaakt is niet alleen evident, het is noodzakelijk om landschapsherstel grootschalig uit te rollen.

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns 33 Bron : Commonland. Geldstromen Wij zien per landschap dat gedurende de tijd verschillende geldstromen nodig zijn. Allereerst is dat geefgeld om het transformatieproces gedurende de lange termijn te ondersteunen (geel). Tegelijkertijd is geefgeld of subsidie nodig om meteen acties in het veld te ondernemen, zoals bomen aanplanten, natuurbescherming, boeren te compenseren om over te schakelen naar regeneratief en business cases te ontwikkelen (oranje). Na enkele jaren kan commercieel geld worden aangetrokken om de business cases te doen slagen (investeringen, equity, leniningen) (paars). Tenslotte zijn overheidssteun en beleidswijzigingen keihard nodig om de omslag te maken van een degraderende naar een herstellende economie (donkerpaars). Of zoals onze Australische collega’s zeggen : “People deserve to live more in harmony with nature. Consumers deserve real food. Farmers deserve a better share. And investors deserve less risk. That is fairer for everyone.”

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns De toekomst van onze planeet zie ik redelijk positief. Niet alleen ervaar ik dat er voor het eerst in mijn leven naar ons – ecologen - wordt geluisterd. Ook naar boeren wordt steeds meer geluisterd. Zij weten waar ze het over hebben. Ik zie een toekomst waarin landbouwers transformeren naar ‘landschapsbouwers’, om een ‘herruilverkaveling’ vorm te geven waarin ecologie richtinggevend is. Daarbij is een holistische aanpak de enige manier die mogelijk is. Je leest het ook terug in de VN Decade on Ecosystem Restoration die is gelieerd aan de Bonn Challenge, waarin landen hebben afgesproken om voor 2030 350 miljoen ha natuur te herstellen. De eerste tekenen van verandering zijn er al. Sommige investeerders, die steeds meer geld kwijt zijn aan rampen die hun oorzaak hebben in ecosysteemdegradatie, worden nu al mee genomen in deze transformatie. En we staan nog maar aan het begin, zoals een aantal ontwikkelingen laten zien, die ik hier - bewust - zonder oordeel noem : - - - - De kringlooplandbouw van minister Schouten Shell die 300 miljoen euro gaat stoppen in boomaanplant Het zaadbedrijf Syngenta dat met The Nature Conservancy 6 miljoen ha grasland wil herstellen Verzekeringsmaatschappijen zoals het Zuid-Afrikaanse Santam en bedrijven als Coca Cola en Heineken die dit soort projecten ondersteunen vanuit gezond eigenbelang - En het Rode Kruis dat de 4 Returns methode heeft overgenomen om beter bestand te zijn tegen natuurrampen en dat gaat uittesten in Haïti. Er zijn dus nieuwe bedrijfsmodellen en –activiteiten nodig waarbij we moeten overschakelen op langetermijndenken om het investeren in landschapsherstel mogelijk te maken. De strategie van Commonland is bruggen slaan tussen boeren en lokale grondbezitters, investeerders, bedrijven en overheden om hieraan een enorme boost te geven. Nu zijn we actief in 11 landen en onze uitdaging is dat de komende 20 jaar 34

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns te versnellen. Is er een andere uitweg ? Wij denken het niet. We kunnen niet blijven doorgaan met het uitrollen van maximale winst per hectare, dat maakt alles kapot. Onze droom is dat de 4 Returns de nieuwe norm gaat worden : de beste en meest praktische manier om de band tussen de stad en het platteland te herstellen. Of de band tussen voedsel, boer en burger. U mag het zeggen. Ik ga afronden… Na twee eeuwen van de Tragedy of the Commons arriveren we nu in het tijdperk van de Promise of the Commons. Vier groepen gaan de landschapsrestauratie een enorme boost geven : (1) Jongeren, (2) boeren en experts, (3) bedrijven en, (4) overheden. En om de belofte in te lossen zijn investeerders nodig. Voor ons Spaanse project is dat 2 miljard euro voor 20 jaar. Dat lijkt een enorm bedrag. Maar 2 miljard euro, voor herstel van 1 miljoen ha is 2.000 euro per ha voor 20 jaar. Voor herstel van groene infrastructuur is dat best bescheiden. Ik hoop dat ik u ervan heb kunnen overtuigen dat de tijd rijp is. Wij hebben besloten om na 5 jaar onze ervaringen te delen, online en offline. Onze ambitie is om de komende 20 jaar de 4 Returns de nieuwe norm te laten worden en de vele initiatieven te helpen om uit te rollen naar minimaal 100 miljoen ha wereldwijd, dat is twee keer de oppervlakte van Spanje. Als realist en optimist ben ik ervan vertuigd dat iedereen mee gaat buigen - ook overheden en bedrijven - en dat op een dag deze nieuwe norm (hoe die ook wordt genoemd) wordt doorgevoerd in wetgeving en de markt. We willen dat doen samen met anderen door te initiëren, catalyseren en faciliteren, zoals dit plaatje laat zien. Het doel voor 2040 En zo eindigen we waar we begonnen zijn, met de Big History. Mijn hoop is dat de volgende innovatie die van de menselijke evolutie naar eenheid is - Oneness - met de natuur. Misschien als we in de toekomst kijken, maken we een stap naar dat eenheidsgevoel, waarbij de mens met al zijn kennis en technologie gaan werken en denken vanuit de ecologie. Wordt dat de nieuwe big innovation leap ? 35

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns 36 Ons team Ons team en vele anderen op de hele wereld hopen van wel. Want was het Albert Einstein niet die zei : “Look deep into nature, and then you will understand everything better”

Groeneveldlezing 2019 Van vier losses, naar vier returns 37 “We need a regenerative culture” Vele jongeren hebben dat begrepen, met hun oproep onlangs in Londen : “We need a Regenerative Culture”. Dat is inderdaad wat we nodig hebben en wat er aan gaat komen. Willem Ferwerda heeft het bedrag van de Groeneveldprijs (€ 5000) geschonken aan de Amphibian Survival Alliance (https://www.amphibians.org) om het ten goede te laten komen aan de bescherming van het leefgebied van bedreigde amfibieën in Latijns Amerika. Dankwoord Ten slotte wil ik iedereen bedanken die dit mogelijk heeft gemaakt. Allereerst mijn vrouw Petra en mijn kinderen Tara en Lucas, die mij de ruimte geven om dit te ontwikkelen. Ten tweede mijn collega’s en het bestuur van Commonland en mijn leermeesters in binnen- en buitenland, zonder wie dit nooit mogelijk was geweest… En tenslotte twee mensen zonder wie ik dit niet had kunnen starten en die mij het vertrouwen hebben gegeven om Commonland op te zetten : Wijnand Pon en John Loudon. Dank u.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
Home


You need flash player to view this online publication