4

Groeneveldlezing 2019 Laudation arme boeren realiseert hij zich hoe afhankelijk de mens is van de natuur en hoe kwetsbaar ecosystemen zijn en hoe makkelijk ze door menselijk toedoen beschadigd kunnen raken. Na zijn afstuderen sluit hij zich aan bij een groep biologen die een natuurreisorganisatie hadden opgericht en negen jaar lang ontwikkelt en begeleidt hij natuurreizen over de hele wereld en ziet hij ook hoe sterk de natuur mondiaal onder druk staat. De ambitie groeit om in de internationale natuurbescherming te gaan werken en hij wordt manager van een fonds dat zich richt op het behoud van regenwouden. Bijna vijf jaar lang is hij dan betrokken bij projecten die het fonds steunt in zo’n veertig landen. Daarbij gaat het enerzijds om het tegengaan van vaak illegale houtkap, anderzijds om het welzijn van de inheemse menselijke gemeenschappen die van het regenwoud afhankelijk zijn en om het behoud van bio diversiteit. Deze periode in zijn leven maakt Willem duidelijk dat de problemen rond het regenwoud voortkomen uit met elkaar in het geding zijnde waarden : winstmaximalisatie voor de hout exploitanten, de betekenis van het woud voor inheemse volkeren en de rol die ze spelen in het behoud van biodiversiteit. In 2000 wordt Willem directeur van het Nederlandse kantoor van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Dan komt een derde rode lijn in het leven en werk van Willem tot volle wasdom, een lijn die in zijn ervaringen met het regenwoudfonds was ingezet en die betrekking heeft op de relatie tussen economie en ecologie, tussen natuurbehoud en bedrijfsleven. In 2005 zet hij het programma Leaders for Nature op, een netwerk van prominenten uit het bedrijfsleven die optreden als pleitbezorgers voor duurzaam ondernemen en verantwoord omgaan met biodiversiteit. In 2006 neemt hij het initiatief om 84 CEO’s van grote bedrijven een open brief aan het kabinet te laten ondertekenen, waarin zij oproepen meer in te zetten op natuur en klimaat. Deze brief wordt ge publiceerd in het NRC-handelsblad. Dat leidt uiteindelijk in 2010 tot het tot stand komen van een akkoord inzake biodiversiteit tussen natuurorganisaties en de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Hij groeit in de overtuiging dat de zorg voor natuur niet alleen afhankelijk dient te zijn van financiering door overheden en fondsen voor goede doelen, maar dat natuurbehoud en natuurherstel ook onderdeel zouden moeten worden van economische en bedrijfsmatige modellen en scenario’s. 04

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication